Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Blijven zomerscholen nodig?  

  • 10 juli 2024
  • 6 minuten lezen

Na de vele schoolsluitingen door covid, schoten de zomerscholen in 2020 als paddenstoelen uit de grond. Zijn ze vandaag nog even populair en noodzakelijk? Focussen ze vooral op wiskunde en Nederlands? Onderzoekscoördinator Pieter Verachtert (Thomas More Hogeschool) onderzocht het.

Waren er in 2023 evenveel zomerscholen als in 2020? 

Pieter Verachtert, onderzoekscoördinator Thomas More: “Vergelijken is moeilijk, want de operationele definitie van de zomerschool is wat veranderd. In 2020 werden individuele zomerscholen vooral onderscheiden op basis van hun locatie. In 2023 was de timing de bepalende factor: een zomerschool verzorgt een aanbod tijdens een specifieke periode van 10 dagen in de zomervakantie, eventueel gespreid over verschillende locaties.” 

“Om echt te zien of er een toename is, vergelijk je daarom best het aantal leerlingen. In 2020 namen er 7521 leerlingen deel, in 2023 zitten we aan 12.358. Een forse stijging, dus. Qua grootte zijn die zomerscholen erg gevarieerd: we bezochten zomerscholen van honderden leerlingen en kleintjes die niet meer dan 10 deelnemers telden.” 

Zomerscholen richten zich sterk op het lager onderwijs, staat in jullie onderzoeksrapport. Hebben leerlingen secundair onderwijs er minder nood aan?

Pieter Verachtert: “Anno 2023 zijn zomerscholen nog veel meer dan in 2020 een verhaal van het basisonderwijs. Slechts 9% mikt alleen op het secundair onderwijs. Hoe dat komt, hebben we niet onderzocht. We kunnen enkel gissen: zijn scholieren uit het middelbaar moeilijker te motiveren om 10 dagen leerstof bij te spijkeren in de zomer? De concurrentie met andere zomeractiviteiten, zoals een dagje naar zee of een potje voetballen, speelt waarschijnlijk ook een rol.”

Er mag een stuk zomer in de zomerschool zitten

Pieter Verachtert
onderzoekscoördinator Thomas More

Zijn leraren zelf nog makkelijk te overtuigen?

Pieter Verachtert: “Dat lijkt wat moeilijker dan in 2020. We horen van veel zomerschoolorganisatoren dat het niet vanzelfsprekend is om voldoende geschoolde leraren voor hun zomerschool te pakken te krijgen. De leerachterstand na corona wegwerken, engageerde veel leraren. Maar die urgentie is weggevallen. En de financiële compensatie is geen vetpot.”

“Toch zag ik vooral veel enthousiasme en passie bij de leraren van de zomerscholen. Tussen de 40 en de 50% van de zomerscholen worden georganiseerd door scholen die dit al 4 jaar op rij doen. Leraren smijten zich met vele honderden in de zomer om kinderen een leerrijke ervaring te bieden. Gelukkig, want ervaren leraren boeken meer effect dan vrijwilligers of studenten, blijkt uit internationaal onderzoek. Leraren voelen die effectiviteit ook aan: sommigen werken gaten in de leerstof weg bij leerlingen. Anderen lopen vooruit op volgend schooljaar en laten kinderen alvast wennen aan het schoolse ritme.” 

Het aanbod is erg gevarieerd. Onderscheidt de zomerschool zich voldoende van het zomerkamp? 

Pieter Verachtert: “Sport vzw’s en cultuurverenigingen mogen geen zomerschoolsubsidies meer aanvragen, wat in 2020 wel kon. Alleen scholen en – steeds vaker – lokale besturen kwamen als organisator van een zomerschool in aanmerking. Al merken we dat initiatiefnemers soms de praktische organisatie van hun zomerschool toch uitbesteden aan een externe partner.” 

“Les in de voormiddag en vrijetijdsactiviteiten in de namiddag: dat beeld klopt voor de meeste zomerscholen. Al zijn er ook die lesuren en andere activiteiten in een dambordpatroon programmeren, waardoor je de hele dag afwisseling hebt. Grosso modo gaat een kleine helft van de dag naar vrijetijdsactiviteiten. Wat niet verkeerd is: er mag een stuk zomer in de zomerschool zitten. En ook de manier van lesgeven is wat speelser dan tijdens het schooljaar. Geen probleem, zolang er vooropgestelde doelen zijn.” 

Sterke leraren en een helder curriculum maken van de zomerschool een succes

Pieter Verachtert
onderzoekscoördinator Thomas More hogeschool

Het leeuwendeel van de leerlingen in de zomerschool heeft een andere thuistaal.  

Pieter Verachtert: “In de hele Vlaamse schoolbevolking spreekt ruim 20% van de leerlingen hoogstens met 1 gezinslid Nederlands, in onze steekproef bij de zomerscholen was dat 71%. Het aandeel zomerschool-leerlingen dat aantikt op de onderwijskansarmoede-indicator ‘thuistaal’ ligt dus veel hoger dan in het reguliere onderwijs.” 

“Steeds meer zomerscholen bieden die anderstalige leerlingen een taalbad Nederlands aan in functie van volgend schooljaar. Organisatoren zijn zeer goed in het vinden en aanspreken van een kansarmer publiek. Scholen hebben korte communicatielijnen met ouders, lokale besturen vinden leerlingen bijvoorbeeld via het sociaal huis of het OCMW.” 

Voelt dat voor anderstalige leerlingen stigmatiserend aan?

Pieter Verachtert: “Dat hoorden we op het terrein niet. Kinderen leren er, maar maken door de speelse aanpak en het vrijetijdsaanbod ook veel plezier. Sommige kwamen al voor de derde of vierde keer naar de zomerschool. Wel skippen ze makkelijker een dagje dan tijdens het schooljaar. Het is een uitdaging om ze 10 volle dagen op de zomerschool te krijgen.” 

Welke factoren maken een succes van de zomerschool? 

Pieter Verachtert: “Ze winnen aan effectiviteit met kleine groepen, heldere doelstellingen, een duidelijk curriculum, sterke leraren en voldoende onderwijstijd. Organisatoren die al een paar jaar op rij een zomerschool organiseren, noemen ook de locatie als succesfactor. Kies een plaats die makkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer of leg een busje in om de meest kwetsbare kinderen op te halen.”

Leg het thema en de inhouden van je zomerschool vooraf goed vast

Pieter Verachtert
onderzoekscoördinator Thomas More

Doelgerichtheid was in 2020 nog een groot werkpunt van de zomerscholen. Hoe staat het daar nu mee?

Pieter Verachtert: “Iets beter, maar er valt nog vooruitgang te boeken. Sommige zomerscholen zetten zowel taalvaardigheid, sociale vaardigheden, wiskunde als welbevinden bovenaan op de agenda. Maar dat is veel te veel. Bevraag je wat de belangrijkste doelen zijn, dan vinken ze taalvaardigheid aan, leerachterstand wegwerken, het zelfvertrouwen verhogen en de sociale vaardigheden versterken.”

“In de praktijk komen die doelen soms eerder impliciet aan bod. Uiteraard is de zomerschool doorspekt van contacten met leeftijdsgenoten, maar dat is nog iets anders dan doelbewust werken aan sociale vaardigheden. En Nederlands spreken tijdens de kajaktocht of het volleybaltoernooi volstaat niet om gericht taalvaardigheden bij te spijkeren. Daarvoor heb je doelgerichte lessen en oefening nodig.” 

Ook de Vlaamse Overheid mag de doelstellingen van de zomerschool aanscherpen, adviseren jullie. Hoe strak moet het kader worden vastgelegd? 

Pieter Verachtert: “Nu zijn er ruwweg 2 types zomerscholen: het eerste type linkt het aanbod heel hard aan het schoolse curriculum, en biedt leerstof aan die leerlingen onvoldoende beheersen. Die zomerscholen verdiepen zich in de beginsituatie van de leerlingen, via hun reguliere school of instaptoetsen. Een tweede type vertrekt niet van individuele noden, maar ontwikkelt een algemeen leerrijk en stimulerend aanbod, met workshops en taal. Voor beide benaderingen valt iets te zeggen.” 

“We vragen dat de Vlaamse overheid nadenkt welk type ze wil promoten. En dat ze voorwaarden formuleert. Aan zomerscholen die hiaten in de leerstof bijwerken, zou de overheid incentives kunnen geven als ze de beginsituatie goed bepalen en effectief op maat werken. Kiest de overheid ervoor om de nauwe link met dat schoolse curriculum wat los te laten? Dan hoeven zomerscholen niet zo hard wakker te liggen van de beginsituatie van de leerlingen, maar moeten ze wel een doordacht aanbod met concrete doelen samenstellen. Een soort zomerschoolcurriculum.”

“Voor anderstalige nieuwkomers kan je de zomerschool dan ophangen aan een rijk inhoudelijk thema, zoals je stad. En maak je bijvoorbeeld een set van 80 woorden die de kinderen in je stad kunnen gebruiken. Zo kunnen ze makkelijker instromen in een jeugdbeweging of sportvereniging. Belangrijk is dat je het thema en de inhouden waarrond je werkt, goed vastlegt. Dat je niet ‘zomaar wat’ doet of een heleboel thema’s de revue laat passeren. Dat is erg veel op 10 dagen, dan riskeer je te weinig herhaling en oefening in te bouwen.”  

“Een derde optie is dat de overheid ervoor kiest om beide types toe te laten. Maar de harde eis om op maat te werken, kan je moeilijker aan de lokale besturen opleggen. En net die nemen nu meer de regie in het organiseren van de zomerscholen.”

Zomerschool, kortere zomervakantie of langere schooldag? Dat is een publiek debat waard.

Pieter Verachtert
onderzoekscoördinator Thomas More

Is de zomerschool een blijver? 

Pieter Verachtert: “Er gaan geregeld stemmen op om voor alle leerlingen de zomervakantie in te korten. En het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming deed recent nog het voorstel om de schooldag te verlengen voor leerlingen die extra instructie- en oefentijd nodig hebben. Ook de zomerschool kan voor extra instructietijd zorgen.”

“Maar heeft de zomerschool in een kortere zomervakantie nog een plaats? Of moeten we er vooral voor zorgen dat er tijdens het schooljaar minder leerachterstand ontstaat? En moet dat dan via een langere schooldag of via zomerscholen? Of moeten we de instructietijd tijdens de schooldag beter benutten, met effectief onderwijs? Tutoring, effectieve leerstrategieën en didactiek, goede leraren, verlengde instructie kunnen allemaal leerwinst opleveren. Dat alles is een publiek debat waard.” 

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter