Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Naar een school voor iedereen?

  • 16 september 2024
  • 6 minuten lezen

Een volledig inclusief onderwijs tegen 2040, daarvoor pleit de Commissie Inclusief Onderwijs. Bij de uitrol van het decreet Leersteun in september 2023 kreeg zij de taak om een langetermijnvisie uit te werken voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Commissievoorzitter Elke Struyf: “We weten dat dit niet evident is. Daarom stellen we 8 krachtlijnen en een gefaseerde aanpak voor.”

Portret van Elke Struyf - Ze spreekt over inclusief onderwijs
Elke Struyf, professor aan de UAntwerpen en voorzitter van de Commissie Inclusief Onderwijs: “Elk kind heeft recht op uitdagend en kwaliteitsvol onderwijs, zonder dat de lat naar beneden moet.”

De adviezen van de Commissie Inclusief Onderwijs mikken hoog. Vanwaar komt dit rapport?

Elke Struyf: “De commissie kreeg de opdracht binnen het decreet Leersteun om samen met academici, onderwijsprofessionals, experten en ervaringsdeskundigen een visie uit te werken over hoe we in Vlaanderen kunnen evolueren naar meer inclusief onderwijs. En daaraan gekoppeld ook meteen een actieplan. Een pittige taak.”

“We begonnen met de vraag: wat is ons einddoel? Wel, we willen dat in 2040 leerlingen schoollopen in een ‘school voor iedereen’. Dat mag je letterlijk nemen: de opdeling gewoon en buitengewoon onderwijs gaat op de schop. Natuurlijk kan dat niet van vandaag op morgen. De Commissie stelde 8 krachtlijnen op en een fasering over 15 jaar om daartoe te komen. Ons advies is vooral een startpunt, er ligt de komende jaren nog veel werk op de plank.”

“We zijn ervan overtuigd dat het overgrote deel van de leerlingen het gewone curriculum aankan, zonder een aanpassing van de onderwijsdoelen. Elk kind heeft ook recht op uitdagend en kwaliteitsvol onderwijs. Dat betekent absoluut niet dat de lat naar beneden moet. Bij de evaluatie van het M-decreet zagen we dat er draagvlak is. Mensen willen werk maken van meer inclusie. Ze vragen zich vooral af: hoe moet dat?”

Waarom moeten we naar die ‘school voor iedereen’?

Elke Struyf: “Vlaanderen ratificeerde in 2009 het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap. Daarin staat de verplichting om een inclusief onderwijssysteem uit te bouwen. Maar ondanks het M-decreet en het decreet Leersteun blijven we in Vlaanderen nog vaak leerlingen doorverwijzen naar het buitengewoon onderwijs: bijna 4 keer meer dan andere Europese landen, en het aantal leerlingen stijgt jaar na jaar.”

“Intussen groeit ook in het gewoon onderwijs het aantal leerlingen met specifieke onderwijsnoden: aan elke leerling lijkt een label te plakken. Leraren vragen meer steun en expertise om aan die onderwijsnoden te voldoen. De voornaamste hulp ligt nu buiten de school in de leersteuncentra. Daarnaast escorteren we leerlingen nog steeds naar aparte structuren met wachtlijsten. Het systeem barst uit zijn voegen.”

Wordt er dan nog meer verwacht van leraren in de toekomst?

Elke Struyf: “De Commissie der Wijzen sprak in haar verslag over een schoolopdracht in plaats van een lesopdracht. Die filosofie volgen we. Een leraar blijft expert in zijn vakgebied, kan met passie zijn vak overbrengen aan zo veel mogelijk leerlingen. Nu merken we te veel differentiatie in leerdoelen, te veel dispensatie voor steeds meer leerlingen. Wij zien meer in differentiatie in de manier om de doelen te bereiken. De principes van Universal Design of Learning, wat werkt voor een leerling met een specifieke nood, kan vaak ook voor een hele klasgroep dienen.”

“Een leraar moet voor de klas in zijn kracht staan. Is dat in een inclusieve school in een klas van 25? Dat kan. Maar ook kleinere klasgroepen kunnen nodig zijn, eventueel in een prikkelarme omgeving. In sommige klasgroepen zal er nood zijn aan meer handen in de klas. Naast die lesopdracht zal de leraar ook deel uitmaken van een multidisciplinair team. Dat kijkt met verschillende blikken naar de noden van alle leerlingen om de onderwijsdoelen te halen en zal de leraar daarbij ondersteunen.”

Portret van Elke Struyf - Ze spreekt over inclusief onderwijs
Elke Struyf: “In een middelgrote school van 300 leerlingen komen er in inclusief onderwijs 11 leerlingen bij met bijzondere noden. Daarvoor krijgt de school 3.6 VTE aan middelen.”

Wat met de expertise vanuit het buitengewoon onderwijs?

Elke Struyf: “In het multidisciplinair team kan die expertise gebundeld worden met leraar-assistenten, logopedisten, orthopedagogen, ondersteuners en welzijnsactoren. Je deelt verantwoordelijkheid en zoekt naar de beste aanpak in de klas. We gingen met de Commissie over het muurtje kijken in Nederland naar een school die volledig inclusief werkt. Ook daar benadrukt het gerodeerde team: het blijft uitdagend, voor elke vraag ga je weer op zoek.”

“Kan een kind met een ernstige meervoudige beperking bijvoorbeeld voltijds onderwijs volgen? Een combinatie van zorg en onderwijs zal voor die leerlingen noodzakelijk zijn. Maar therapie en zorg kunnen op school plaatsvinden. Samen spelen, samen pauzeren, samen eten, aan bepaalde activiteiten deelnemen met leeftijdsgenoten moeten mogelijk zijn.”

“Dat missen we nu in Vlaanderen. Met alle goeie bedoelingen
zeggen we toch soms te snel: dit is niet meer voor ons, we sturen de leerling naar een andere plek die beter is voor het kind. Maar dat is een gesegregeerde plek. In een inclusieve school engageert het team zich om mogelijkheden te creëren.”

In het multidisciplinair team kan de expertise op school gebundeld worden

Elke Struyf
professor UAntwerpen en
voorzitter van de Commissie Inclusief Onderwijs

Vraagt de evolutie naar ‘scholen voor iedereen’, evolutie van iedereen?

Elke Struyf: “Aan het huidige systeem hebben we 20 jaar vruchteloos gesleuteld. Het is tijd voor een heel ander model. Een inclusieve school zal geen school zijn zoals we ze nu kennen. Zo goed als alle actoren zullen aanpassingen moeten doen: op gebied van financiering, infrastructuur, professionalisering en samenwerkingen met externe partners.”

“We denken gefaseerd, met als eindpunt 2040. Dat laat toe dat scholen die meer tijd nodig hebben, die tijd ook krijgen. In de eerste fase stellen we pioniersscholen voor, zodat we kunnen monitoren wat goed loopt en waar er knelpunten blijven zitten.”

“Maar alle scholen kunnen nu al werk maken van de eerste krachtlijn: een inclusieve schoolcultuur en organisatie. Kijken of je school voldoende toegankelijk is op elk vlak in combinatie met een intens professionaliseringstraject. Schoolleiders moeten vervellen naar coachende teamleiders, er moet tijd zijn om aan visie en samenwerking te denken naast de waan van de dag. Vanuit het beleid is een duidelijk signaal over doel en timing nodig.”

Kunnen scholen nog even aarzelen?

Elke Struyf: “Er komt elke dag heel wat af op schoolleiders en hun team, en 2040 lijkt ver. Bovendien zit de verdeling gewoon en buitengewoon onderwijs heel erg in ons denken verankerd. Leraren in het gewoon onderwijs voelen zich niet handelingsbekwaam voor leerproblematieken en gedragsproblemen. Omgekeerd zijn leraren uit buitengewoon onderwijs onzeker over hun capaciteiten voor een ‘gewone’ klas. Maar de evolutie naar meer inclusief onderwijs is ondertussen een doel en geen keuzeoptie. En zoals gezegd: niemand staat er alleen voor, teamwerk wordt de standaard.”

“We onderzochten binnen de Commissie het concrete effect van onze voorstellen. In een middelgrote school van 300 leerlingen komen er in het inclusief onderwijs 11 leerlingen bij met bijzondere noden. Daarvoor komen 3,6 voltijdse equivalenten (VTE) aan middelen vrij, te verdelen over alle leerlingen. Er gaan nog heel wat klassen zijn die eruitzien zoals nu. Maar op school zal misschien een leerling rondlopen met een visuele beperking, met een autismespectrumstoornis en in een rolstoel.”

“Ouders van kinderen met een beperking moeten nu strijden voor een plaats voor hun kind met bijzondere noden. Stel je voor dat dat kind samen met broer of zus in de eigen buurt school kan lopen. Misschien niet continu in dezelfde klas, maar die leerling heeft op school ook een plekje, en is welkom. Dat moet de norm worden in een inclusieve school en een inclusieve maatschappij, zodat niemand zich anders moet voelen.”


Lees meer over het advies van de Commissie Inclusief Onderwijs op Onderwijs Vlaanderen of duik in het volledige rapport.

Lotte Kerremans

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


D

Didier De Buck

17 september 2024

In 2040 zou een kind, een jongere, een student uiteindelijk zijn volle rechten kunnen opeisen om volledig tegemoet te komen aan zijn noden. De secundaire scholen, hogescholen en universiteiten schiet ver te kort en komen nooit zuiver aan alle noden tegemoet. Deze commissie was onbereikbaar. Mijn conclusie door het jaren te blijven volgen is dat men in Vlaanderen geen inclusie wil, terwijl men er niet meer vanuit kan. Dan het maar over de zeer lange boeg gooien. Men verzwijgt hier of er is slecht onderzoek gedaan, maar de inclusie die ik nu gezien heb op de secundaire scholen, hoge scholen en universiteiten is niet enkel ondermaats, het is schandalig. Inclusie die zou bijdragen tot gelijke kansen is tot op heden totaal een flop. Er is geen echt goed werkend orgaan die de persoon die net nood heeft aan inclusie om die te beschermen. Elke organisatie heeft te weinig mandaat en er is 1 instantie die er wel iets kan aan veranderen en dat is de rechtbank. Een brug te ver voor de meesten en blijft de Vlaamse overheid de schijn hoog houden: het komt er maar met zeer zeer en zeer veel geduld. Tegen die tijd zal men wat anders verzinnen zoals het is niet haalbaar en we hebben alles geprobeerd. Niemand die het durft te bestrijden omdat ze geen wapens hebben om het te kunnen bestrijden en iedereen die de behoefte heeft blijft ondertussen aan zijn lot overgelaten met wat zoethoudertjes. Wat belet hen om naar de rechter te stappen? Ik weet het : voldoende ruggensteun. Didier De Buck

Reageren

Laat een reactie achter