Zo doen zij het
Leren noteren: leerstof actief verwerken tijdens de les
Beperken leerlingen zich tijdens de les tot kernwoorden in invulboeken schrijven? Niet bij leraar Gertjan. Op de bank van zijn leerlingen liggen enkel pen, papier en een bronnenboek. “Ik vertel en stel vragen, mijn leerlingen leren noteren. Zo verwerken ze de leerstof actiever.”
Gertjan Vermeulen: “Vanaf het derde jaar laten we leerlingen zelfstandig notities nemen tijdens de lessen geschiedenis. Leren noteren is een complexe vaardigheid die ze niet van de ene op de andere dag in de vingers hebben. Dus duik ik in september niet op volle snelheid in de middeleeuwen maar haak ik eerst met een pak vragen in op voorkennis: leerstof over het Romeinse Rijk die ze nog herkennen van het jaar tevoren.”
“Ik schets de neergang van de Romeinen, bouw op naar de breuklijnen die de middeleeuwen inleiden en leg zo het brugje naar de politieke chaos in de periode die volgt. Een houvast zodat ze nog bandbreedte vrij hebben om zelfstandig te leren noteren.”
“Ik modelleer die eerste lessen heel bewust: ik noteer mee aan mijn krijtbord, de leerlingen volgen mijn structuur en tempo. Met afspraken over bladspiegel, kleuren, de nummering van titels. Ik toon sterke en minder sterke voorbeelden van de voorbije jaren en laat leerlingen hun notities naast elkaar leggen. Wat is duidelijk, wat niet? Samen destilleren we afspraken die voor iedereen werken.”
“In oktober bouw ik die ondersteuning af. Definities dicteer ik nog, de opbouw van de les noteren mijn leerlingen stilaan zonder hulp. Na elke les vraag ik van 2 leerlingen de notities op en geef ik een cijfer. Hun aantekeningen tot in de puntjes aanvullen is niet haalbaar. Met potlood duid ik aan wat niet klopt of waar iets ontbreekt. Ze proberen eerst zelf te vervolledigen. Daarvoor kunnen ze spieken bij klasgenoten.”
“Snel een kopietje of een screenshot van de primus van de klas? Volstaat niet. Ook wie afwezig was, schrijft met de hand over. Zo kopiëren ze hopelijk niet hersenloos maar verwerken ze de lesinhoud een eerste keer. En intussen krijgen ze ook een prima voorbeeld onder de neus geschoven waar ze wat van opsteken.”
Laptops aan de kant
Gertjan Vermeulen: “Voor startende leraren is deze aanpak veel gevraagd, lijkt me. Want als je leerlingen zoveel verantwoordelijkheid geeft, moet je als leraar natuurlijk zelf veel structuur bieden. Met een eigen cursus waarvan de grote en minder grote lijnen op 1 september klaarliggen.”
“Onze cursus bestaat uit een eigen bronnenboek en een PowerPointpresentatie. In het boek staan hoofdzakelijk afbeeldingen, de presentatie vat de structuur van de les. En tegenwoordig integreer ik een kleine print van de bronnen zelfs in de slides: hoe meer ik info op 1 plek aanbied, hoe kleiner de kans dat mijn leerlingen in de war zijn.”
“Cruciaal zijn de nummering en de titels: identiek voor de inhoudsopgave, de slides en het bronnenboek. Ook in hun notities hanteren leerlingen die indeling. Vroeger boden we ons bronnenboek enkel digitaal aan en keken leerlingen op hun laptop mee. Dat bleek niet handig: iets noteren in de kantlijn kon niet, en leerlingen moesten voortdurend switchen tussen hun scherm en het blad.”
“In 1 beweging schoven we de laptops in de lessen geschiedenis aan de kant. Enerzijds omdat ze voor ongewenste afleiding zorgden. Anderzijds omdat tikken sneller lukt dan schrijven, en leerlingen er met een laptop in slagen om werkelijk álles te noteren. Dat klinkt goed, maar is het niet. Want wie niet de tijd heeft om elk woord neer te pennen, móet wel bevattelijk noteren. En is dus al tijdens de les bezig om de leerstof actief te verwerken.”
“Derdejaars denken wel vaker: als ik alles opschrijf, zit het ook in mijn hoofd. Ze streven naar volledigheid, vragen je om de haverklap te herhalen wat je net zei en halen zo het tempo uit de les. Dan wijs ik hen erop dat het weinig zin heeft om alles te noteren wat al op de slides staat. En leren ze stilaan om in te korten en de kern te vatten.”
Vogelperspectief
Gertjan Vermeulen: “Ik vertel, mijn leerlingen noteren: op het eerste gezicht lijkt dat eenrichtingsonderwijs. Maar omdat zelfstandig notities nemen zo uitdagend is, neemt de interactie net toe. Wie niet mee is, beseft dat meteen en stelt vragen. Want een gedachtegang op papier zetten die je zelf niet snapt, is onbegonnen werk. Met een invulboek heb je als leraar niet in de gaten wanneer leerlingen afhaken. En leerlingen zijn zelf ook niet gealarmeerd zolang elk vakje gevuld raakt.”
“Het klassieke onderwijsleergesprek blijft een van de meest effectieve instrumenten die je als leraar in handen hebt. Dus bouw ik mijn les altijd samen met mijn leerlingen op. Leg ik een link naar eerdere leerstof en vindt niemand het antwoord? Dan laat ik ze on the spot hun notities uitpluizen. En ontdekken mijn vierdes dat Karel V er niet in slaagde om de macht van de protestanten in te perken, terwijl Louis XIV ze wél aan de deur kon zetten en zijn macht groeide.”
“Als leerlingen dat contrast zelf blootleggen, blijft het langer hangen. En terwijl ze vanuit vogelperspectief bladeren, schatten ze de kwaliteit van hun notities in. Duurt het even voor de klas met een antwoord komt? Dat is het wachten meer dan waard.”
“Het juiste lestempo is voor elke klasgroep anders. Ga ik te snel, dan verliezen leerlingen de moed en haken ze af. Vorder ik te traag, dan noteren ze woord voor woord wat ik vertel. Structuur helpt: wie even de draad kwijt is, kan dankzij de strikte nummering weer inpikken. En als ik een zijsprongetje maak om een vraag uit de klas te beantwoorden, geef ik dat duidelijk aan. Elke leerling moet de kans krijgen om met goede notities de klas te verlaten. Want opvallend verband: wie goed noteert, scoort vaak ook goed op de toets.”
Graadproject
Gertjan Vermeulen: “Soms moet ik op mijn tanden bijten in het derde jaar. Leerlingen raken in paniek, ouders worden ongerust. En hier en daar gaan bij het kerstexamen alarmbellen af. Die leerlingen verplicht ik om vaker hun notities in te dienen. Ze wennen stilaan, en ik weet: in juni wordt het beter. Mijn collega’s en ik bekijken leren noteren als een graadproject en mikken erop dat leerlingen er voor de overstap naar het vijfde jaar weg mee zijn. Wie in het vierde nog struikelt, volgen we korter op.”
“Mijn collega geschiedenis in de derde graad bouwt verder en ziet de progressie. Hoe leerlingen met steeds minder hulp sterke notities maken, een eigen aanpak ontwikkelen. En hoe ze steeds beter verbanden leggen. Elke leraar kent de harde werkers die erin slagen om je formulering uit de les letterlijk te reproduceren op de toets. Tot en met het voorbeeld dat je gaf. Dat papegaaienwerk maakt stilaan plaats voor antwoorden die tonen dat leerlingen zich de leerstof echt eigen maakten.”
“Zowel tijdens de les als na de uren investeer ik heel wat tijd in leren noteren. Maar het loont: leerlingen verwerken de leerstof diepgaander. En ze oefenen een vaardigheid die hen nog vaak van pas zal komen in het hoger onderwijs. Alle vertrouwen dat ze zich over een paar jaar tijdens hoorcolleges uit de slag trekken.”
Effectief leren
Welke bouwstenen Gertjan inzet om zijn leerlingen zelfstandig te leren noteren?
- Activeer relevante voorkennis: Gertjan legt linken naar vertrouwde leerstof.
- Bouw ondersteuning op het juiste moment af: Gertjan noteert steeds minder mee.
- Werk met voorbeelden: Gertjan toont aan het bord hoe het moet, bezorgt goede voorbeelden van voorbije jaren en laat leerlingen onderling hun notities vergelijken.
- Actieve verwerking: door beknopte notities te vragen, stimuleert Gertjan leerlingen om over de leerstof na te denken. En tijdens de les zoeken ze naar verbanden tussen verschillende leerstofonderdelen.
- Feedback die aan het denken zet: Gertjan duidt aan wat ontbreekt in notities, maar vult niet in.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter