Vlaanderen
Klasse.be

Tips

De boekbespreking: do’s en don’ts bij de opdracht

  • 21 januari 2025
  • 7 minuten lezen

Is een vaste leeslijst een goed idee? Vormen creatieve opdrachten bij een boekbespreking een meerwaarde? Leesexperten Silvie Vanoosthuyze en Jona Hebbrecht stippen aan waar jouw boekopdracht de mist ingaat. Met 6 tips voor leraren lager én secundair.

Illustratie van leraar die leeslijst in vraag stelt

1. Stel de leeslijst in vraag

Silvie Vanoosthuyze, lerarenopleider Odisee: “Niks mis met een leeslijst. Zolang die up-to-date, niet dwingend en gevarieerd is. De motieven om met een leeslijst te werken zijn uiteenlopend: misschien wil je boeken tippen die je zelf las of die bekroond werden, zodat je de kwaliteit ervan kan garanderen. Of je wil snel kunnen nagaan of leerlingen een boek wel degelijk lazen. Dat je je leerlingen op weg wil zetten met een resem titels en auteurs, is prima. Zolang die leeslijst voldoende rijk is aan thema’s, genres, schrijvers en niveaus. En je de inbreng van leerlingen ook waardeert.” 

Jona Hebbrecht, lerarenopleider en onderzoeker Odisee en praktijkassistent vakgroep Onderwijskunde, Universiteit Gent: “Het aanbod aan steengoede kinder- en jeugdliteratuur is enorm. Elk jaar verschijnen nieuwe titels die absoluut de moeite waard zijn: niet evident om dan je leeslijst actueel te houden. Leraren hebben vaak ook de neiging om de boeken te selecteren die hen wisten te bekoren. Maar elke lezer is anders. En al zijn er zeker meesterwerken die de tand des tijds moeiteloos doorstaan: durf je eigen helden loslaten. Niets zegt dat je leerlingen net zo betoverd zullen zijn als jij ooit was.”

Silvie: “Met een opgelegde leeslijst beperk je de keuzevrijheid van leerlingen. Wie uit eigen beweging al leest, vindt zelf de weg. Maar een moeilijke lezer die zich blad na blad, uur na uur, door een boek moet worstelen waar die niet zelf voor koos, kan een afkeer ontwikkelen. En dat is net wat je niet wil bereiken met literatuuronderwijs. Mik je op meer leesmotivatie? Prikkel je leerlingen, verbreed hun blik, help hen een boek te vinden dat aansluit bij hun leesniveau en hun interesses.”


2. Lees buiten de lijntjes

Jona: “Steeds meer leraren zien in dat je AVI-niveaus soms beter lost. Op die manier krijgen kinderen de kans om een boek te lezen dat op papier misschien hun petje te boven gaat, maar dat hen wel triggert. Ook andere grenzen zoals leeftijdscategorieën hanteer je beter niet al te strikt. Sommige kinderen zijn nu eenmaal sneller klaar dan andere voor een meer complexe verhaalvorm of een rijper thema. Spring soepel om met leeftijdsindicaties indien nodig. En daag uit waar het kan, zodat die 14-jarige niet de veilige keuze voor 12+ blijft maken.” 

Silvie: “In de derde graad secundair duiken plots de literaire klassiekers op, kleppers die de leraar Nederlands vaak zelf nog tijdens de opleiding in de filologie meekreeg. Als je leerlingen er niet klaar voor zijn om die boeken in hun eentje te lezen, putten ze beter uit meer toegankelijke literatuur, zoals young adult. In dat genre vind je heel wat sterke literatuur die best complex is en tegelijk voeling houdt met de leefwereld van tieners. En de ‘groten’ van onze literatuur? Die kan je in de klas behandelen, of tippen aan lezers die er al klaar voor zijn.”

Jona: “Ook vertaalde boeken verdienen een plek op school. Natuurlijk zet je de literaire rijkdom uit ons taalgebied graag in de vitrine. Maar in genres zoals fantasy is het buitenlands aanbod nu eenmaal vele keren groter. Als een boek met zorg vertaald werd, is het net positief dat je leerlingen ook internationale auteurs ontdekken. ”


Illustratie van leraar die boeken uitdeelt

3. Help ze kiezen

Silvie: “Hoe kies ik een boek dat ik graag lees en dat bij mijn leesniveau past? Voor heel wat leerlingen draait die zoektocht geregeld op een ontgoocheling uit. Besteed dus voldoende aandacht aan dat keuzeproces: zie het als een onmisbaar deel van je les.”

Jona: “Tools zoals de Boekenzoeker zijn een prima hulp, maar een bibbezoek blijft waardevol voor leerlingen van elke leeftijd. In hun eentje vinden ze er niet allemaal hun weg, als ze al over de drempel stappen. Pluis samen de catalogus uit, ontdek de boekentips en snuister door de rekken. En misschien kan een bibmedewerker het nieuwste aanbod in je klas komen voorstellen?”

Silvie: “Leer je leerlingen reflecteren over hun keuzeproces. Koos ik goed? Op basis waarvan? Of viel mijn keuze tegen, en waaraan lag dat? Je doel is om leerlingen verder te brengen in hun leesontwikkeling. Die evolutie loopt nooit gelijk voor een hele klas. Logisch gevolg: niet iedereen moet een boek lezen dat even complex is.”  


4. Kies creatieve taken met inhoud

Silvie: “‘Ontwerp een gezelschapsspel op basis van je boek, teken een nieuwe cover of maak een boektok’: de ideeënbus met creatieve literatuuropdrachten lijkt onuitputtelijk. Vraag je bij creatieve opdrachten altijd af of leerlingen zo tot dieper en genuanceerder tekstbegrip komen. Soms slorpt die creatieve verwerking alle aandacht op en schiet de inhoudelijke taak er helemaal bij in. Zodat je met een tijdrovend eindproduct zit waarvoor je leerlingen het boek eigenlijk zelfs niet hoefden te lezen.” 

Jona: “Misschien grijpen leraren vaker naar creatieve opdrachten omdat we merken hoe moeilijk het is om leerlingen plezier te leren vinden in lezen. En we dus hopen dat die creatieve opdracht leesplezier triggert. Helaas wordt die ‘leuke’ vorm dan vaak een doel op zich. Een bladwijzer ontwerpen op basis van het verhaal kan in de lagere school een goed idee zijn, zolang die opdracht ook een inhoudelijke verwerking vergt.” 

Silvie: “Maar kan je voor Nederlands een cijfer geven op een mooi geïllustreerde poster of een blitse bladwijzer? Of hoort die evaluatie eigenlijk bij een ander vak? En grijpen we elke kans om spreek- en schrijfdoelen te realiseren?”

Jona: “Kies zeker voor een inhoudelijke verwerking. Wil je ruimte bieden voor creativiteit, dan kan dat ook met talige opdrachten: een brief van het ene personage aan het andere, een passage herschrijven vanuit een ander perspectief, een alternatieve dialoog tussen de hoofdpersonages …”

Silvie: “Ondersteun je leerlingen ook bij zulke opdrachten met een duidelijke instructie en oefenruimte tijdens je les. Schrijven of met elkaar in interactie gaan over een tekst kan het tekstbegrip zeker vergroten. En literaire teksten bieden vaak waardevolle aanknopingspunten om het gesprek aan te gaan over maatschappelijk relevante thema’s.” 


Illustratie van leraar die boeken voorleest

5. Lees voor

Jona: “Dé manier om van leerlingen lezers te maken? Voorlezen. In de kleuterklas vaste prik, maar in de lagere school gebeurt het al veel minder. En in het secundair onderwijs twijfelen leraren of ze daar kostbare lestijd aan mogen wijden. Leerlingen genieten ervan, weet elke leraar die het aandurft. Zelfs de meest energieke klas komt tot rust als je voorleest.”

Silvie: “Tijdverspilling is dat niet. Al is het natuurlijk belangrijk dat je die momenten benut om een brede waaier aan teksten voor te stellen. Én er een reflectie aan koppelt. Begrijpend lezen en begrijpend luisteren gaan immers hand in hand.”

Jona: “In de leerplandoelstellingen staat dat je leerlingen met verschillende literaire genres laat kennismaken. Dat betekent niet dat elke leerling in zijn eentje een thriller, fantasy én een klassieker uit het magisch realisme moet doorworstelen. Als jij die verschillende genres in de klas aanreikt door eruit voor te lezen en ze samen te bespreken, bereik je je doelstellingen ook. Durf daar nog vaker tijd voor te maken, beperk je niet tot de fragmenten in je taalmethode. Intussen maken je leerlingen kennis met zoveel meer. En ontdekken ze sneller welk genre hen ligt.”

Silvie: Haal eens een auteur naar je klas. 1 gesprek met een schrijver maakt soms meer los dan 10 lessen over literatuur. Op voorwaarde dat je dat bezoek goed voorbereidt, je leerlingen de auteur en zijn werk kennen en vragen op zak hebben. Zodat ze zelf in dialoog kunnen gaan met de auteur.”


6. Lees wijzer

Silvie: “Vroeger vertelden de leerplannen secundair precies hoeveel boeken en gedichten je leerlingen moesten lezen. Publiek geheim: leerlingen die niet graag lazen, vonden – het internet staat er vol van – altijd al een manier om hun boekbespreking niet zelf te maken. Die quota zijn verdwenen. Maar dat betekent allesbehalve dat we de lat moeten laten zakken.”

Jona: “Benut die vrijheid en kies voor kwaliteit boven kwantiteit. Neem een passage uit een klassieker onder de loep, analyseer samen een kortverhaal en lees in de diepte. Ga tijdens je les in op de boeken die je leerlingen effectief zelfstandig lazen. En streef in de opdrachten die je geeft naar een grondige verwerking. Liever 1 boek dat ze met overtuiging lazen, dan een stapel boeken waarbij ze de samenvatting van het internet plukten of ChatGPT de opdracht lieten maken.” 

Altijd mee met literatuur?

  • Boekenzoeker helpt leerlingen van elke leeftijd een boek te kiezen dat bij hen past. De webinars per leeftijdscategorie zetten jou als leraar op weg. 
  • De selectie van de Leesjury, door de jaren heen, kan inspiratie bieden voor elke leeftijdsgroep.
  • Grotere bibliotheken zetten online geregeld leeslijsten met hun meest recente aanbod in de kijker. 
  • Rijke Teksten beschikt over een groeiend aanbod kwalitatieve fragmenten waarmee je gratis met elke leeftijd in de klas aan de slag kan.
  • Rijke teksten voor OKAN van Wablieft biedt heel wat materiaal voor leerlingen die talig nog niet zo sterk staan, inclusief lesfiches. Ook een aanrader: de bundel kortverhalen en gedichten uit ‘Overhaald‘, met deze handleiding.
  • De literaire canon: 50 werken uit de Nederlandstalige literatuur met fragmenten en lesideeën.
Logo Vrienden voor het lezen

‘Vrienden voor het Lezen’ is een campagne van de Vlaamse overheid die initiatieven voor leesbevordering bundelt en leesvaardigheid bevordert.

Lees meer.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter