Zo doen zij het
Close reading: “De angst voor lastige teksten is weg”
Bij elke leestekst 1000 vragen. In basisschool de Groene Planeet in Vilvoorde kon een les begrijpend lezen of W.O. nooit meteen starten. Het team ging op zoek naar oplossingen. Het eerste trapje naar sterke taal: close reading. Leraar Sofie: “Moeilijke teksten schrikken onze leerlingen niet meer af.”
Sofie Vanden Broeck, leraar 6e leerjaar: “Mijn leerlingen zijn niet mee, merkte ik 3 jaar geleden. Bij de start van een taalles ging ik ervan uit dat ze de opdracht begrepen. Niet dus! Ik moest een paar stappen terugzetten: eerst alle woordenschat samen overlopen en pas dan kon mijn les tempo maken. En deelde ik een leestekst uit: dan schoten de hele tijd vingers omhoog: ‘Juf, wat betekent dat?’ Elk woord moest ik uitleggen.”
“Worstelen met woorden? Dat deden de leerlingen ook bij mijn collega’s. Begrijpend lezen ging wat verloren en maakte plaats voor pure woordenschatlessen. We waren het samen eens: dat mag de oplossing niet zijn. Daarom klopten we aan bij het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO).”
“Tijdens een eerste sessie over woordenschat opende de begeleider onze ogen. ‘Ligt het probleem niet óók bij leesbegrip?’ Een terechte opmerking, want onze leerlingen reconstrueerden de inhoud van een tekst vaak via de prenten ernaast. Dus stapten we met het team in een close reading-traject van CTO om tegelijkertijd aan dieper tekstbegrip én woordenschat te sleutelen.”
© Katoo Peeters

Teksten selecteren
Sofie: “In ons eerste trajectjaar probeerden we 3 voorbeeldlessen uit. De begeleider kwam na elke les langs om onze vragen te beantwoorden en stimuleerde ons intens met onze graadcollega’s samen te werken. Om kritisch te kijken naar teksten, ideeën uit te wisselen en obstakels te bespreken.”
“Onze eerste stap was meteen de moeilijkste: geschikte teksten vinden. Die moeten authentiek zijn, de leerlingen boeien en een grondige analyse toelaten. Bovendien willen we alle tekstsoorten tackelen, zoals het leerplan vraagt. Verhalende of informatieve teksten? Die sporen we vrij snel op. Maar goede handleidingen of instructies liggen minder voor het grijpen.”
“Doen we vandaag aan close reading dan werken we 3 lessen aan dezelfde tekst. Elke les behandelen we een ander aspect, een ander leesdoel. Is dat niet te saai, vroeg ik me de eerste keer af. Maar door in boeiende tekst elke les een andere focus te leggen, speel je de leerlingen niet kwijt.”
Geen invulvraagjes
Sofie: “Een hoeksteen bij close reading? Modelleren. Elke les lees ik de tekst helemaal voor en vertel daarbij wat ik zie. Of toon luidop hoe ik de betekenis van een complexe term kan achterhalen en hoe ik kernwoorden en de kernboodschap vind. Door te modelleren weten de leerlingen welke reflexen en denksporen ik van hen verwacht.”
“Daarna gaan de leerlingen in duo’s aan slag met korte opdrachten: ze zoeken uit wat de kerngedachte van de tekst is, discussiëren over hoe ze een passage interpreteren en hoe de lay-out in elkaar zit. Voor de leerlingen was dat wennen: mogen wij echt praten over de tekst?”
“Inderdaad, de korte invulvraagjes naast een specifieke alinea zijn verleden tijd. De volledige tekst verdwijnt dan uit beeld, dat willen we vermijden. Onze leerlingen trekken pijlen tussen passages die met elkaar verband houden, duiden signaalwoorden aan. Ze vatten ook samen, telkens in volzinnen.”
“Close reading is een vorm van leren leren: de tekststructuur doorgronden, samenvattingen maken, vragen beantwoorden. Je geeft je leerlingen een sleutel om teksten te ontwarren. Het effect: vroeger konden leerlingen zich verliezen in details. Nu vertellen ze met meer kennis over hun teksten en leesboeken. ‘De held botst op dit probleem bij het begin van het verhaal; dan volgt een reeks acties en het loopt zo af.'”
© Katoo Peeters

Doorzetters
Sofie: “Onlangs lazen we een tekst in de les Frans. Verschillende leerlingen hadden kernwoorden aangeduid in de tekst. ‘Logisch juf, dat doen we in het Nederlands toch ook?’ Zien hoe zelfstandig ze al werken, maakt me trots. In de lessen W.O. durf ik nu stevigere teksten voor te schotelen. Die verwerken we met vragen als: welke verwachtingen roepen deze titel en intro op? Of waarom kiest de schrijver net dit woord? Zo bracht ik in de lessen seksuele opvoeding de weg van zaadcel naar eicel aan via een leestekst. Geen gegniffel meer bij prentjes. De leerlingen selecteren de kernwoorden, zetten de gebeurtenissen op een tijdslijn en tekenden uiteindelijk zelf de cyclus op een blad.”
“Hoe ze een moeilijke tekst van begin tot eind aandachtig doornemen: mijn zesdejaars verbazen me geregeld. Ze zetten echt door als ze een zin niet meteen snappen of de beeldspraak niet instant doorprikken. Toch zijn we er nog niet. Met ons team en de begeleider zoeken we naar een manier om het lezen goed te evalueren en aan ouders te tonen wat hun kind al kan.”
“Elk kind kort opvolgen in een klas van 24 is lastig. Met 2 voor de klas heb je meer marge. Soms lukt dat: de zorgjuf begeleidt dan een groepje intens terwijl ik door het lokaal loop en leerlingen ondersteun met tips en opmerkingen. Wat ik nog doe: leerlingen individueel bij me roepen. Wat is de hoofdgedachte, hoe vond je die? Of ik stel een stevige inhoudelijke vraag. Zo krijg ik een beeld van ieder kind. Daarnaast bekijken we of we leerlingen wat vaker iets op papier laten zetten.”
Blij met neuronen
Sofie: “Hoe evolueert de woordenschat van onze leerlingen intussen? Door close reading is hun angst voor moeilijke termen afgenomen. In een informatieve tekst over hersenen, botsen ze bijvoorbeeld op ‘neuronen’. Maar dat woord blokkeert ze niet. Ze beseffen steeds beter: deze tekst verwerken, dat zal me wel lukken.”
“Ook de minder vaardige lezers groeien. Al monitoren en begeleiden we die wel individueler. Samenwerken doet ook veel. Leerlingen gaan in interactie en leggen kennis bij elkaar. Ze zien: mijn buur denkt iets anders, hoe komt dat? Welke argumenten heeft die daarvoor?”
“Voor ons lijkt close reading te werken. Het is een belangrijk onderdeel van onze leesaanpak. Leerlingen verrijken hun taal, leren teksten te interpreteren. We zien hun tekstliefde en tekstbegrip toenemen. Maar het echte effect kunnen we pas meten als de eerste leerlingen onze leerlijn volledig doorlopen, van het eerste tot het zesde leerjaar. Als ze voortdurend voelen dat we als team in die leesaanpak en voor elke leerling hoge verwachtingen koesteren. Over 3 jaar dus.”
Geïnteresseerd in een taaltraject op je school? Hier vind je meer informatie.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter