Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Kennisrijk curriculum: reddingslijn voor ons onderwijs?   

  • 21 februari 2025
  • 9 minuten lezen

Meer kennis: dat moet ons onderwijs vooruithelpen. Maar over welke kennis gaat het dan? En gaan we alleen nog drillen? Tim Surma en Daniel Muijs lichten toe waarom een kennisrijk curriculum vaardigheden niet aan de deur zet. En welke beloftes het maakt aan leraren, leerlingen en ouders.    

Tim Surma en Daniel Muijs lichten toe waarom een kennisrijk curriculum vaardigheden niet aan de deur zet
Daniel Muijs: “Zelfs de beste didactiek haalt niets uit zonder inhoud en vakkennis.”

Curriculum is bijna een buzzwoord. Waarom verdient het meer aandacht?  

Daniel Muijs: “Zonder curriculum is een school een gebouw met kinderen. Wat voegt het curriculum toe? Alles. Het vertelt wat we leerlingen willen meegeven aan kennis en vaardigheden. Daar moeten we over nadenken. Ten eerste omdat die keuze niet vrijblijvend is. Ten tweede omdat zelfs de beste didactiek niets uithaalt zonder inhoud en vakkennis. Als een leraar zelf in de knoop geraakt met statistiek, dan draait het bij zijn leerlingen natuurlijk ook vierkant.”    

Tim Surma: “Een curriculum speelt op verschillende niveaus in onderwijs. Het gaat verder dan de eindtermen die een overheid oplegt. De leerplannen van onderwijsverstrekkers dragen bij aan het curriculum, net als methodemakers en leraren die alles verder vertalen naar de klas. Naast een opsomming van wat we willen meegeven, kan het ook een plan bevatten om leerstof goed aan te brengen. Dat alles maakt het zo complex.”

“Hoe cruciaal het curriculum is, dat hadden we in ons centrum ook niet meteen door. We verdiepten ons eerst in de wetenschappelijke consensus rond didactiek. Daarna vroegen scholen hoe ze hun lestijd beter benutten. Schoolteams verdiepen zich nu in klas- en gedragsmanagement. We zien leraren knappe lessen geven in warme, gestructureerde klassen. Maar soms missen die nog wat diepgang en ambitie. Lessen over de meest basale werking van longen in het vijfde leerjaar? Waarom lukt dat in sommige buurlanden 3 jaar vroeger?”  

Jullie pleiten voor een kennisrijk curriculum. Dat impliceert dat er andere, minder rijke curricula zijn? 

Daniel Muijs: “Klopt. Een duik in het verleden leert dat curricula evolueren. Onderwijssocioloog Young onderscheidt eerst het traditionele curriculum (Future 1). Een kurkdroge set van feiten zonder veel context. Leerlingen blokten jaartallen van oorlogen, slagen en verdragen, maar wisten niet waarom ze belangrijk zijn of hoe ze op elkaar inwerken. En leraren vervielen in een cultuur van drillen en afvinken.” 

“Dat er een tegenbeweging kwam, mag niet verbazen. Natuurlijk moeten we jongeren leren om kritisch te denken en samen te werken. Maar Future 2-curricula gaan ervanuit dat je generieke vaardigheden kan opbouwen zonder kennis, en dat je die skills kan transfereren over de vakken. Dat lukt niet. Die vaardigheidscurricula drukken nu nog altijd hun stempel. Maar door die dubbele misvatting schaden ze de onderwijskwaliteit.”     

“Young pleit daarom voor een kennisrijk Future 3-curriculum. Dat ziet voorkennis als brandstof van ons denken, de basisvoorwaarde om te leren en over de wereld te praten.” 

Als kleuters Italië kennen, plaatsen ze in het tweede leerjaar sneller de Romeinen

Tim Surma
onderwijswetenschapper

Tim Surma:
“Youngs voorstel verzoent kennis en complexe vaardigheden. Maar het vertrekt wel van (voor)kennis. Ondertussen zijn we het erover eens dat ‘dingen weten’ – je voorkennis dus – bepaalt hoe snel en diepgaand je nieuwe leerstof de baas kan. Meer zelfs: die kennis staat ook complexe vaardigheden toe. Met een ruime woordenschat en achtergrondkennis snap je makkelijker een breed scala aan teksten. En als je thuis bent in een bepaald onderwerp, kan je er ook kritischer en creatiever over reflecteren.”

“De kracht van een kennisrijk curriculum zagen we in een Nederlandse scholengroep. Tienjarigen lezen er teksten waarvoor zelfs volwassen beide ellebogen op tafel moeten leggen. Daarna gaat de klas in discussie over de opwarming van de aarde. Kennis opdoen en die in de praktijk brengen. Want een vaardigheid is eigenlijk toegepaste kennis. We mogen in curricula gulzig zijn: we moeten alles willen.” 

“Het hele lerarenteam in die scholengroep kent de leerlijn die leidt naar dat sterke klasdebat. Die start al in de kleuterklas. Daar ontdekken kleuters – spelenderwijs uiteraard – de wereldbol. Niet om namen van landen en hoofdsteden te drillen. Maar dat ze Italië al kennen, helpt ze om in het tweede leerjaar de Romeinen sneller te plaatsen. Gemeenschappelijk voorkennis doet lessen kleven. Het is daar een vliegwiel van motivatie en exponentiële groei.” 

Tim Surma lichten toe waarom een kennisrijk curriculum vaardigheden niet aan de deur zet
Tim Surma: “We pleiten zeker niet voor een 100% dichtgetimmerd curriculum. Maar van vage doelen wordt niemand warm.”

Wat zijn de kenmerken van een kennisrijk curriculum?  

Tim Surma: “Het is inhoudelijk helder, ambitieus, samenhangend en opbouwend. Het vertrekt meestal binnen vakdisciplines, en kan ook over muren kijken. Want wil je lesgeven over de gevaren van microplastic, dan kan vooraf beter de spijsvertering aangebracht zijn in biologie en zeestromen in aardrijkskunde.” 

Daniel Muijs: “Ze moeten ook voldoende specifiek zijn. Want met te vage eindtermen of minimumdoelen kan je te veel kanten uit. Wanneer kunnen leerlingen kritisch denken of wat maakt hun oplossingen creatief? Dat beoordeelt elke leraar anders.”

Bijkomende vaststelling: handboekenmakers springen in dat gat?   

Tim Surma: “Klopt. Vage leerplannen willen de inhoudelijke keuzes aan scholen geven. Heel legitiem in theorie. Maar een vaag curriculum kan je op 100 manieren interpreteren. Handenvol denkwerk. Methodemakers vullen vandaag die ruimte in. Alleen maken ze arbitraire keuzes en leermiddelen van wisselende kwaliteit. Als een leerplan specifieker en kennisrijker is, worden keuzes van methodemakers minder bepalend. En worden schoolboeken beter.” 

Daniel Muijs: “Ook centrale toetsen kunnen de regie nemen als eindtermen en leerplannen te vaag blijven. Dan worden zij het curriculum. Maar daarmee vereng je onderwijs en stijgen de kansen op teaching to the test. In Noord-Ierland palmt de voorbereiding op de eindtoetsen in de laatste 2 jaar van het basis- en secundair onderwijs te veel lestijd in.” 

Hoe bepalen we welke kennis in het curriculum moet? En wie beslist?  

Daniel Muijs: “Pertinente vragen. Wat we kinderen willen leren, is voer voor een democratisch debat. De keuze is nooit vrijblijvend. Soms kan je je baseren op wetenschap, zoals basisconcepten waarop een vak verder bouwt. Zonder de stelling van Pythagoras geraak je nergens in wiskunde. Andere keuzes zijn deels sociaal-politiek. Geschiedenis staat altijd garant voor pittige discussies omdat je raakt aan identiteit. Literatuur ook. Is de canon te blank of te mannelijk? Een debat daarover is gezond.” 

Tim Surma: “Waarover bestaat consensus binnen een discipline? Dat is altijd een sterk vertrekpunt. Elke geograaf onderschrijft de ijstijden. Dan verdienen die wellicht een plek in het curriculum. Maar nabijheid is ook een criterium. Nogal wiedes dat onze tieners de rivieren van Mozambique of de Britse graafschappen niet moeten kennen. Dat zijn doodlopende straatjes. In latere schooljaren bouwen ze daarop geen diepere kennis of vaardigheden.” 

Loert daar een gevaar? Kan een gevuld en specifiek curriculum leraren overladen of verstikken? 

Tim Surma: “We pleiten zeker niet voor een 100% dichtgetimmerd curriculum, waarbij iedereen zijn eisenpakket op de kar gooit en leraren geen eigen accenten kunnen leggen. Kennisrijk betekent vooral uitdagende doelen selecteren waarop je collega’s later kunnen voortbouwen.” 

“Een sterk curriculum versterkt elke leraar, maar maakt vooral het hele lerarencollectief vele malen beter. Zo’n curriculum kost leraren trouwens mínder werk. Vage leerdoelen interpreteren is dan verleden tijd. Leraren kunnen focussen op hoe ze leerstof overbrengen en makkelijker eigen lesmateriaal ontwikkelen. Bovendien: wie wordt warm van vage doelen? Die motiveren niet, dat merkt elke leraar ook bij zijn leerlingen.”  

Daniel Muijs lichten toe waarom een kennisrijk curriculum vaardigheden niet aan de deur zet
Daniel Muijs: “Een kennisrijk curriculum belooft niet alleen betere leerresultaten, maar ook lessen die je leven verrijken.”

Het Engelse onderwijs vernieuwde zijn curriculum. Zit het daarom in de lift? 

Daniel Muijs: “Het Engelse onderwijs zat 10 jaar geleden in de hoek waar de klappen vielen. Zoals Vlaanderen vandaag. Het sein voor een reeks hervormingen: een kennisrijk curriculum, ingrepen in het examensysteem, de inspectie, de lerarenopleidingen en de professionalisering van leraren. Door dat samenspel recht het onderwijs weer de rug op internationale toetsen.”

“Wat de overzeese keuzes extra interessant maakt? De vergelijking met de andere naties van het Verenigd Koninkrijk. Verschillen kan je niet afschuiven op cultuur, wel op onderwijsbeleid. Schotland kiest resoluut voor een competentiegericht curriculum. Dat levert het land een zwakke PISA-score op. Hetzelfde verhaal voor Wales. Nu: het Engelse onderwijs is er nog niet. Er is bijvoorbeeld kans op willekeur. In het taalcurriculum legde de onderwijsminister hoogstpersoonlijk zijn favoriete boeken op.”    

Tim Surma: “Op bezoek in Engelse scholen stellen we vast dat het kennisrijke curriculum de motor is. Als je veel verwacht op het einde van het basisonderwijs kan de lerarenopleiding niet achterblijven. En natuurlijk moet je dan ook sleutelen aan je toetsing, moet de inspectie en professionalisering mee zijn. Tweede observatie: samen met het curriculum moet de didactiek ook sterker. Want hogere standaarden zonder effectieve lesaanpak? Dan eindigen gewoon meer leerlingen onder de lat. Voor je het weet, creëer je een versterkte waterval.” 

Draagt een kennisrijk curriculum bij tot gelijke kansen?  

Tim Surma: “Een kennisrijk curriculum heeft de grootste impact op kinderen uit kwetsbare gezinnen, toont Amerikaans onderzoek. Die jongeren zijn heel afhankelijk van school om kennis en academische woordenschat op te pikken. Anders dan bij kinderen in meer geprivilegieerde gezinnen geven hun ouders geen onbewuste bijlessen aan de keukentafel of tijdens uitstapjes.” 

“’Onderwijs moet kansarme kinderen in staat stellen het spel volgens de regels te spelen. Zodat ze het ooit winnen’, stelt onderwijsexpert E.D. Hirsch. Die rol van gelijkmaker speelt het Engelse onderwijs steeds beter, dankzij het kennisrijke curriculum. Vlaamse directeurs en leraren die met ons mee klassen met kansarme kinderen of kleuters bezoeken, zijn onder de indruk en zelfs ontroerd over de kracht die onderwijs kan hebben.” 

De inhoud die jij meegeeft, is de voorkennis van morgen

Tim Surma
onderwijswetenschapper

Kunnen leraren zelf het curriculum kennisrijker maken? 

Tim Surma: “Vakgroepen kunnen samen bekijken welke minimale basiskennis ze elk jaar willen meegeven. En goed in kaart brengen: wat moet ik leerlingen aanreiken zodat ze later goed kunnen volgen? Want de inhoud die jij meegeeft, is de voorkennis van morgen. Dat maakt van een kennisrijk curriculum een set van beloftes aan de volgende leraar. Jij legt een stabiele laag waarop je collega’s kunnen verder bouwen.” 

“Maar mijn belangrijkste advies is: begin morgen niet op eigen houtje aan een curriculumherwerking. Voor leraren of vakgroepen is het schier onmogelijk boven op hun stevige dagtaak. In uitzonderlijke gevallen lukt het wel. Dat bewijzen de wiskundeleraren die een eigen, ambitieus leerplan opstelden. Maar die ervaren klasbakken vertrokken niet van 0. Ze bliezen eerst het stof weg van een oud leerplan.” 

“Goed nieuws: het leeuwendeel van de leraren is overtuigd van kennisrijke curricula. ‘Dat wisten we al langer’, klinkt het soms een beetje boos. En ook de koepels stropen nu de mouwen op. Ze werken aan nieuwe leerplannen.”  

Is een kennisrijk curriculum ook een belofte aan leerlingen, ouders en samenleving dat de kwaliteit in ons onderwijs stijgt?  

Daniel Muijs: “Zeker. Het belooft niet alleen betere leerresultaten, maar ook lessen die je leven verrijken. Ook kinderen uit middenklasse-gezinnen krijgen niet automatisch een brede culturele of wetenschappelijke vorming mee.” 

Tim Surma: “Daarnaast is een kennisrijk curriculum de grootste garantie op maatschappelijke betrokkenheid en levenslang leren. Een brede kennisbasis stelt mensen immers in staat om domeinkennis toe te passen op nieuwe ervaringen, gesprekken en problemen. En door kinderen na een goed, breed debat gemeenschappelijke referentiekaders mee te geven, draagt een kennisrijk curriculum ook bij tot meer onderling begrip.”  

Daniel Muijs: “Essentieel. Want algoritmes en aparte communicatieplatformen duwen mensen in bubbels. We verliezen gemeenschappelijke grond én de kans om nieuwe werelden te ontdekken. Spotify – een onschuldig voorbeeld – is een heerlijke streamingsdienst. Maar voor je het weet, hoor je alleen nog muziek die sterk lijkt op wat je kent. Als onze maatschappij ons steeds vaker personaliseert en feiten minder checkt, moet het onderwijs tegengas geven. Ook dat maakt kennisrijke curricula vandaag meer dan ooit nodig.”


Daniel Muijs leidt het Departement Sociale Wetenschappen, Onderwijs en Zorg van Queen’s University Belfast. Tim Surma is directeur van Expertisecentrum Onderwijs en Leren, Thomas More. Samen schreven ze mee aan het boek Developing Curriculum for Deep Thinking: The Knowledge Revival.

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter