Specialist
Hoe help ik een kleuter met autisme?
Een kleuter met vermoeden van autisme in je klas? Wat moet je weten en hoe betrek je die zo goed mogelijk bij alle leeractiviteiten? Autismedeskundige Veerle Matthijs deelt 4 vuistregels.
Veerle Matthijs, autismedeskundige bij Autinoom en voormalig leerondersteuner: “Pasklare antwoorden bestaan niet, want elk kind is anders en het is aan de leraar om dat te ontdekken. Maar misschien helpen deze 4 handvaten wel.”
© Julie Poignie

1. Observeer, leer de kleuter kennen
Veerle Matthijs: “Elke kleuter met autisme is anders: er bestaat geen handleiding die altijd werkt. Kijk dus goed, observeer, leer de kleuter beter kennen. Wat heeft die nodig en speel daarop in. Ouders kunnen je bij die zoektocht helpen. Sommige kinderen met autisme bouwen op school zoveel spanningen op die ze dan thuis ontladen. Of ze functioneren anders in hun gezin. Leg daarom jouw beeld samen met dat van ouders.”
“Ook al krijgt het kind (nog) geen leerondersteuning, vraag toch al wat info op bij een leerondersteuner. Autisme is geen ziekte, er is niks stuk en er moet ook niks ‘genezen’. De hersenen van mensen met autisme werken gewoon anders. Hoe? Dat moet je bij elk kind met autisme individueel ontdekken.”
2. Durf uitzonderingen maken
Veerle Matthys: “Trek en sleur niet om de kleuter altijd in het keurslijf van jouw dag te krijgen. Je bent ook een goede leraar als je de groepsregels eens loslaat. Is het fruitmoment te druk voor de kleuter, zet die dan op een rustig plekje. Sommige kinderen met autisme hebben sensorisch zoveel problemen dat eten in groep gewoon niet lukt.”
“Nog voorbeelden: als de kleuter niet kan blijven zitten voor het kringgesprek, dwing die niet. Die pikt zeker een en ander op terwijl die een meter verder met iets anders bezig is. Let ook op je instructies. ‘We gaan een appel eten.’ Kinderen met autisme voelen zich vaak niet aangesproken. Noem ze bij naam: ‘We gaan fruit eten. Nathan, hier is jouw appel. Eet maar.’”
3. Zorg voor structuur en voorspelbaarheid
Veerle Matthys: “Voorspelbaarheid geeft rust aan kinderen met autisme. Zorg dus voor structuur en kondig aan wat je gaat doen. Wil je de kleuters verrassen en uitdagen door plots als piraat voor de klas te staan? Misschien zal de kleuter met autisme jou niet herkennen: dit is mijn juf niet. Bereid dat voor: ‘De juf gaat zich nu verkleden als piraat, het is een spel, ik knipoog wel even naar je.’ Sommige kinderen met autisme hebben af en toe een individueel moment, een onderonsje met hun juf nodig.”
“Soms word je als juf boos. Zeg dat dan. Sommige kinderen met autisme zijn sociaal wat onhandig. Jouw mimiek, jouw boze frons doet ze wel eens in de lach schieten. Of het maakt ze plots extreem bang.”
4. Visualiseer vaak en breng rust
Veerle Matthys: “Kinderen met autisme neem je beter mee door de schooldag via beelden dan met woorden. Visualiseer de daglijn (liefst een individuele daglijn), de klasregels of kleef een foto op hun eigen stoel en kapstok. En beeld de stappen uit van activiteiten zoals naar toilet gaan, een taak maken. Maar enkel als die dat nodig heeft.”
“Een kleuterklas zitten boordevol impulsen. Met een hoofdtelefoon (bij auditieve overprikkeling) of een tentje of een lang doek over een tafel (bij visuele overprikkeling), laat je de kleuter met autisme even tot zichzelf komen. Een rek vol puzzels en ander speelgoed? Hang er een gordijn voor. Zo reduceer je het aantal prikkels. Het mooie: veel van die kleine vuistregels helpen alle kinderen van je klas.”
Meer informatie, praktische hulp en adviezen over autisme vind je op Participate! Autisme.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter