Duiding
Leerlingen taalvaardiger dankzij CLIL
Hoe staat het met CLIL (Content and Language Integrated Learning) in de praktijk? Dat onderzocht de onderwijsinspectie in 23 secundaire scholen, 2 jaar na de invoering van de mogelijkheid om vakinhouden aan te bieden in het Frans, Engels of Duits. De resultaten staan in de Onderwijsspiegel 2016.
CLIL-leraren leveren kwaliteitsvol werk
Uit lesobservaties blijkt dat CLIL-leraren kwaliteitsvol lesmateriaal ontwikkelen, consequent en correct de CLIL-taal spreken en voldoende gemotiveerd zijn. Wat de didactische aanpak betreft, lopen de praktijken uiteen: van een zaakvakles in een vreemde taal tot echt taalgericht vakonderwijs.
De CLIL-leraren gebruiken in alle scholen de leerplannen van het zaakvak en gaan er bewuster mee om. CLIL leidt soms wel tot een trager lestempo, een lager verwerkingsniveau of minder uitbreiding.
Leerlingen taalvaardiger en meer gemotiveerd
12 van de 23 scholen monitoren de leerwinst in de CLIL-taal, meestal aan de hand van indrukken en algemene observaties. De meeste leerwinst wordt volgens de leraren geboekt op spreekdurf, spreekvaardigheid, woordenschat, luistervaardigheid en leesvaardigheid.
14 scholen peilen naar de tevredenheid van de leerlingen. Die blijkt groot. En ook de leermotivatie en het zelfvertrouwen stijgen. Leerlingen mogen immers fouten maken, wat hen over de spreekdrempel tilt – ook de leerlingen met taalachterstand.
Rol hoger onderwijs en begeleidingsdiensten cruciaal
De scholen die CLIL aanbieden, kunnen rekenen op steun van de pedagogische begeleidingsdiensten. Van de 23 CLIL-scholen vroegen 15 scholen die effectief aan. Zij bieden zowel ondersteuning op inhoudelijk als op organisatorisch en administratief vlak. Om de eigen expertise te vergroten, werken de begeleidingsdiensten op hun beurt samen met universiteiten en hogescholen. Zij spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van CLIL in Vlaanderen.
Te weinig samenhang tussen didactiek CLIL en moderne vreemde talen
Ondanks de duidelijke en coherente visie op hun CLIL-traject, leggen de meeste scholen in hun talenbeleid te weinig de nadruk op de samenhang tussen de CLIL-didactiek, de moderne vreemdetalendidactiek en het taalgericht vakonderwijs. Daardoor ziet het merendeel van de CLIL-leraren onvoldoende in dat een taalstimulerende en taalontwikkelende onderwijspraktijk essentieel is voor elke vakdidactiek.
De kwaliteitszorg met betrekking tot CLIL is in de meeste scholen opgenomen in de globale kwaliteitszorg. De scholen zijn nog volop bezig met het verder ontwikkelen van CLIL, al dan niet met hulp van het hoger onderwijs.
Regelgeving vormt struikelblok
Vooral de regelgeving vormt een struikelblok voor een vlotte implementatie van CLIL op school: het vereiste niveau C1, de verplichting om een parallel Nederlandstalig traject aan te bieden, de beperkingen vanuit de rechtspositie van leraren, de maximumbesteding van 20% van de lesuren en het vereiste positieve advies van de toelatingsklassenraad.
Scholen hebben ook nood aan een gedifferentieerd nascholingsaanbod – met oog voor de verschillende ontwikkelingsstadia waarin ze zich bevinden, een uitbouw van de CLIL-netwerken en bijkomende middelen.
CLIL in Vlaanderen: de cijfers
Waar liggen de 23 CLIL-scholen?
- West-Vlaanderen: 7
- Oost-Vlaanderen: 6
- Limburg: 5
- Antwerpen: 3
- Vlaams-Brabant: 1
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1
Wat zijn de populairste CLIL-vakken?
- economische en handelsvakken
- aardrijkskunde
- geschiedenis
- wetenschapsvakken
Welke talen kiezen scholen?
- Frans: 16
- Engels: 15
- Duits: 1
Welk diploma hebben de 120 CLIL-leraren in de steekproef?
- masterdiploma: 71 leraren hebben een masterdiploma (8 met taaldiploma)
- bachelordiploma : en 57 een bachelordiploma (32 met taaldiploma gekoppeld aan een diploma voor een zaakvak).
Log in om te bewaren
Truyen Wannes
14 februari 2020Dit lijkt me een gemakkelijke opdracht voor de leerkrachten die dit moeten uitvoeren.
Laat een reactie achter