Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Klas op stelten: hoe kreeg juf Kim de rust terug?

  • 20 september 2017
  • 4 minuten lezen

Wat als de leerlingen je klas op stelten zetten? “In mijn eerste leerjaar zorgde de minste vonk voor onrust”, zegt leraar Kim Feremans van basisschool Via Louiza in Antwerpen. Samen met haar zorgcollega Elisabeth Van De Walle bracht ze stap voor stap de rust en structuur terug.

Zorgleraar Elisabeth: “Enkele schooljaren geleden zaten er 26 kinderen in ons eerste leerjaar. Een heel dynamische en diverse klasgroep: licht ontvlambare karakters, kinderen met zorgnoden, anderstalige nieuwkomers. De minste vonk zorgt voor onrust en discussie. Als leraar moet je voortdurend storend gedrag bijsturen. Daardoor kom je moeilijk toe aan lesgeven.”

 Juf Kim over rust en structuur in de klas
Leraar Kim: “Het put je uit, als je op alle prutsen moet reageren.”

Leraar eerste leerjaar Kim: “2 leraren haakten nog voor de kerstvakantie af. Ik stapte op dat moment in het tweede leerjaar en stelde voor om – als ervaren leraar – de klas over te nemen. Ik wist dat ik op de steun van het hele team kon rekenen. En we pakten het positief aan.”

“Hoofddoel was een klasomgeving te creëren die rust en structuur uitstraalde. Met een aantal collega’s haalden we het klaslokaal leeg, herschikten we de banken, kochten nieuwe kasten en lieten de wanden bewust sober. Elisabeth kwam me ook 6 uur per week ondersteunen.”

“Zo kon ik me focussen op klasmanagement. Ik maakte samen met de kinderen nieuwe afspraken, zoals ‘we gaan respectvol met elkaar en de leraar om’, ‘we luisteren naar elkaar’ en ‘we aanvaarden elkaar’. Die hing ik zichtbaar in de klas op. Zo kon ik ze consequent bewaken.”

Elisabeth: “We gaven de kinderen vaste plaatsen en voorzagen een time-outplek in de gang. We brachten ook regelmaat in de lessen: wiskunde en Nederlands in de voormiddag, vrijere momenten in de namiddag. Elke ochtend mochten ze een kwartier lezen in een boek naar keuze. Zo wisten ze onmiddellijk wat gedaan bij het begin van de lesdag en zaten ze niet op hun stoel te draaien.”

“En we bewaakten ook onze eigen grenzen. Want de kinderen probeerden natuurlijk voortdurend: ‘Bij meester Stefan mocht dat wel!’ Zulke uitspraken negeerden we. En als ze te veel aandacht vroegen of maar bleven babbelen, wachtten we tot het opnieuw stil was. Pas dan gingen we verder met de les.”

Kim: “Die eerste maand was emotioneel en psychisch zeer zwaar. Ik kreeg de klas niet onmiddellijk mee. Soms ging ik net niet wenend naar huis. Ik probeerde zen te blijven, ook al maakten de kleinste akkefietjes dat ik soms kookte vanbinnen. Roepen is nooit de juiste oplossing, want de kinderen spiegelen zich aan jou.”

“Maar het put je wel uit, als je op alle prutsen moet reageren. Kleine ingrepen helpen dan: we maakten per kind een doos met potlood en gom om in hun bank te bewaren. Zo hadden ze onmiddellijk hun materiaal als de les startte en moesten ze niet beginnen rommelen.”

“Ik plooide me terug op puur onderwijzen. Ik gaf anders les: sober, sec, zonder toeters en bellen. Niet te veel aangepaste werkvormen, niet te veel hoekenwerk, want dat leidt af en dan dreigt het weer te escaleren. Maar het bleef zoeken en proberen.”

“Na een paar maand merkte ik een gunstige evolutie in de groep. Er was meer rust en structuur, meer effectieve leertijd. De leerlingen leerden alle letters en beheersten de basis voor wiskunde. Dat gaf me een boost en voldoening. Het deed me ook deugd dat ik mijn hart kon luchten bij mijn collega’s en steeds kon rekenen op hun hulp.”

We straffen de kinderen nooit. Want dat wekt nog meer frustratie op

Kim Feremans
leraar eerste leerjaar

Elisabeth: “Eis niet van jezelf: ‘Tegen dan moet het in orde zijn’. Maar neem de tijd om de kinderen te leren kennen. Anders ga je eraan ten onder. En geef de kinderen een schouderklop als ze goed werken. Daarvan fleuren ze op.”

“Kim en ik voelen elkaar goed aan. Een blik is voldoende om in te grijpen. De kinderen snappen dat ze niet te veel moeten proberen bij ons. Ze voelen de structuur, de stabiliteit, de regels. Want hoe meer evenwicht er komt in de klas, hoe meer de flinke leerlingen zich manifesteren.”

Kim: “We straffen de kinderen nooit. Want dat wekt nog meer frustratie op. Wel op de speelplaats, als er een conflict met agressie is. Maar wat op de speelplaats gebeurt, blijft op de speelplaats. Dat conflict mag je de klas niet binnenhalen. Zo creëer je een veilige cocon waar je kan lesgeven. En je moet blijven geloven in de kinderen. Anders zeggen die: Waarom zou ik nog moeite doen, die heeft me toch opgegeven?”

“We hadden in de loop van die maanden ook goeie momenten. Een voorstelling voor de ouders lukte bij die klas wonderwel. Omdat ze zich toen echt mochten uitleven. De kunst is je leerlingen nét voldoende vrijheid te geven. Zo ervaren ze succes. Dat heeft een positief effect op de hele klas. En daar zijn ze je dankbaar voor.”

Elisabeth: “Uiteindelijk hebben we het gered door authentiek, onszelf te blijven voor de klas. Er is geen wondermiddel om te overleven. Maar als je gelooft in je eigen aanpak, sta je sterker voor de klas. Ook al moet je die aanpak dikwijls bijsturen.”

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


E

Ellen

22 september 2017

Ik ga met het meeste in deze tekst akkoord. Goede afspraken maken en rust en structuur zijn belangrijk.
Maar deze deed me toch even de wenkbrauwen fronsen. “Ik plooi me terug op puur onderwijzen. Ik geef anders les: sober, sec, zonder toeters en bellen. Niet te veel aangepaste werkvormen, niet te veel hoekenwerk, want dat leidt af en dan dreigt het weer te escaleren." Ik stel me toch vragen. Gaan we dan terug naar docerend lesgeven? Misschien werkt dit goed in het lager onderwijs? Daar heb ik geen ervaring mee. In het middelbaar onderwijs heb ik gemerkt dat de leerlingen een duidelijk gestructureerde grote taak geven en deze uitvoeren met activerende werkvormen en hoekenwerk weldegelijk de klas tot rust kan brengen. Een leerling die zelfstandig en geconcentreerd bezig is, is een 'brave' leerling.

Reageren
A

Anne

22 september 2017

Dit artikel lijkt me geen oproep om andere werkvormen af te zweren. Alleen moet er eerst rust zijn voor je met bepaalde werkvormen aan de slag kan. Niet vergeten ook dat het hier over een eerste leerjaar gaat.

Reageren
M

Marie

22 oktober 2017

Inderdaad, in het basisonderwijs moet de basis gelegd worden. Dat kan enkel op een gestructureerde manier goed verlopen. Vanaf het begin verwachten dat ze die zelfstandigheid aan kunnen leidt vaak tot chaos.

Reageren
P

Peter

23 september 2017

Ik denk dat dit artikel ook aantoont dat de leerkracht de autonomie moet krijgen over welke werkvorm in welke klasgroep bij welke leerstof effectief de beste en meeste leerwinst oplevert. Net zoals altijd doceren niet het mantra is, is altijd en overal hoekenwerk en "activerende werkvormen" lang niet altijd efficiënt. En laten we nu net in een tijd leven dat je blijkbaar alleen maar goed lesgeeft als je die laatste dingen doet. Op dat vlak is het positief dat er met dit artikel even wat aandacht besteed wordt om dit terug in evenwicht te brengen.

Reageren
P

Patrick

23 september 2017

Niet straffen en speelplaatsconflicten niet de klas binnenhalen zijn inderdaad 2 belangrijke elementen waarmee je een veilig leerklimaat schept. Let op: ik zeg niet dat je elk gedrag zomaar moet tolereren. Het positief belonen en stimuleren van kinderen werkt. Het niet-belonen omwille van ongewenst gedrag is een betere manier van "straffen". Zeker bij jonge kinderen uit de lagere klassen in de lagere school.
Sterk en waardevol artikel.

Reageren
Y

Yves

18 oktober 2019

Straffen en belonen is één pot nat, Patrick. In beide gevallen beslis jij, als leerkracht, wat de norm is waar kinderen zich aan moeten houden. Eens je kinderen zelf die norm laat bepalen kunnen ze er zich beter aan houden.
Yves Boone

Reageren
S

Sofie

26 september 2017

Ik heb eind vorig jaar mijn muren gestript met de bedoeling om er nieuwe werkstukken, posters en dergelijke op te hangen. Nu zijn ze nog steeds kaal en ik aarzel om terug iets op te hangen na het lezen van dit artikel, want de meeste van mijn klassen zijn nu toch rustiger dan vorig jaar. Dat kan natuurlijk ook aan mij liggen. Verder ben ik het ook eens met de uitspraak over de werkvormen. Als godsdienstleerkracht experimenteer ik graag met activerende werkvormen, maar in sommige klassen doen deze meer kwaad dan goed. Als ik een bepaalde klas rustig wil krijgen moet ik ze ofwel zelfstandig of per twee/drie laten werken aan een aantal opdrachten, ofwel moet ik in hoog tempo lesgeven waarbij de leerlingen veel moeten noteren. Het helpt ook als ik op voorhand zeg tot waar ik wil geraken in de cursus. Dan weten ze precies waar ze aan toe zijn.

Reageren

Laat een reactie achter