Tips
Autismevriendelijke klas: goed voor alle leerlingen
Je probeerde al tevergeefs van alles voor die leerling met autisme in je klas? En wat met die 20 andere leerlingen? Het ondersteuningsnetwerk AntwerpenPlus geeft tips om jouw klas autismevriendelijk te maken. Meteen goed voor al je leerlingen.
Een autismevriendelijke klas is maatwerk
Marijke Devlieghere en Annemie Steeman: “Standaardtips voor leerlingen met autisme bestaan niet. In al die jaren dat we leraren en leerlingen met autisme begeleiden, zijn we nog nooit 2 dezelfde leerlingen tegengekomen die je exact dezelfde tips of aanpassingen kan geven. Het is altijd maatwerk.”
“Veel leerlingen met ASS hebben bijvoorbeeld nood aan structuur en voorspelbaarheid. Dan kan een dagplanning helpen, maar die ziet er niet voor elke leerling hetzelfde uit. Als je in de loop van de dag iets verandert, geef je daar in het ene geval het best uitleg bij. Afhankelijk van wat er die dag of week al gebeurd is, is zo’n kleine verandering soms de druppel en loopt de emmer over in een uitbarsting. Maar misschien heeft een andere leerling helemaal geen probleem met een verandering in de dagplanning of heeft hij zelfs geen planning nodig.”
Doe het voor alle leerlingen
“Een leerling met autisme is zoals het kanariepietje in de mijn. Die ASS-leerling heeft als eerste last van te weinig structuur of te veel lawaai, maar dat heeft op andere kinderen ook een negatieve invloed. Heel wat ingrepen in een autismevriendelijke klas zijn positief voor alle leerlingen. Redelijke aanpassingen in de tweede fase van het zorgcontinuüm worden zo basiszorg. Dat is echte inclusie waarbij het kind met autisme er helemaal bij hoort.”
“Als een school hulp van het ondersteuningsnetwerk vraagt om de stress voor 1 bepaalde leerling te verlagen, geven we ineens de hele klas een workshop over stress. Zo leert elke leerling zijn stressniveau herkennen, er mee omgaan en op een barometer aanduiden. En de leerling met autisme voelt zich niet geviseerd.”
“Over conflicthantering op de speelplaats krijgen we ook vaak vragen. Kinderen met ASS missen vaak de vaardigheden om gevolgen van hun gedrag of de emoties van anderen in te schatten. We leren alle leerlingen beter ruzies oplossen. De leerling met autisme mist op het einde van de rit nog altijd de nodige vaardigheden, maar doordat de hele klas beter oplossingsgericht met elkaar omgaat, minderen de conflicten. Een school kan ook structureel een rustige plek of een conflixershuisje op de speelplaats creëren.”
Hou de emmer in ’t oog
“Mensen met autisme zijn veel stressgevoeliger. Het vraagt voortdurend energie om de gevoelens, context of samenhang proberen te begrijpen. Dat geeft stress en doet hun emmer sneller overlopen. Dan krijg je een uitbarsting op school of thuis. Zeker als ze nog niet geleerd hebben hoe ze die emmer af en toe laten leeglopen. Sommige leerlingen worden eerder apathisch, verdwijnen in zichzelf gekeerd naar de achtergrond. Dat is nog zorgwekkender en moeilijker te herkennen.”
“De prikkelverwerking verloopt anders bij mensen met autisme. De overprikkeling door lawaai, licht, geuren, aanrakingen, drukte herkennen veel leraren. Zoek daarom samen met de leerling wat er in een klaslokaal weg of anders kan. De klasmuren minder druk, een gordijn toe of een andere stoel kunnen snel verandering teweegbrengen.”
Neem tijd voor connectie
“Het is belangrijk om naar de leerling te kijken en luisteren. Zo leer je zijn gedrag lezen en de stressemmer herkennen. Het cliché wil dat mensen met autisme geen gevoelens hebben en moeilijker verbinding maken. Maar ze zijn net supergevoelig. Geef veel complimenten en laat ze merken dat ze ertoe doen. Dan komt die verbinding vanzelf en geven ze meer signalen als hun emmer volloopt. Een leraar moet geen specialist zijn in elk leerprobleem of diagnose, maar wel een crack in kinderen kennen en erkennen.”
Leer de binnenkant van autisme kennen
“Het gedrag van een leerling met autisme is wat je ziet aan de buitenkant. Maar het is belangrijk de juiste vragen te stellen om de binnenkant van autisme te leren kennen. We zien alleen maar het topje van de ijsberg, maar niet wat onder het autigedrag zit.”
“Een bepaalde leerling met autisme gedraagt zich bijvoorbeeld als een clown bij groepswerk. Een opmerkingen over het gedrag geven, helpt niet. Dan ga je beter op zoek naar de waarom achter het gedrag. Voelt de leerling zich onwennig in een groep of onzeker over het werk dat hij aflevert? Weet hij wat van hem verwacht wordt tijdens het groepswerk?”
Luister naar de ouders
“De samenwerking tussen school en ouders is essentieel. Soms herkent de leraar het autisme niet omdat de leerling zich flink houdt op school en pas thuis ontploft. Het vraagt openheid van ouders om zich kwetsbaar op te stellen. Praat dus met de omgeving rond het kind: ouders, grootouders en zelfs de therapeut of kinesist. Dan dienen de tips op maat van het kind zich vanzelf aan.”
Maak neurodiversiteit normaal
“Zorg dat leerlingen al van jongs af aan gewoon zijn dat iedereen zijn hersenen anders werken, we allemaal anders zijn en andere hulpmiddelen nodig hebben. Een bril, koptelefoon of leessoftware. Sommige leraren hebben een kieskast met koptelefoons, zakdoekjes en verrijkingsmateriaal. Eentje maakte zelfs een kieskoffer om mee op uitstap te nemen. Fantastisch bedacht, toch?”
“Leerlingen zijn het snel gewoon dat een klasgenoot meer tijd nodig heeft voor een toets, ander huiswerk krijgt of zich in een tentje terugtrekt. Kinderen zien minder labels dan volwassenen. Een autismevriendelijke klas heeft eigenlijk geen labels nodig. Kijk vooral wat een kind nodig heeft.”
Pas je manier van lesgeven aan
“Leerstof in kleine stukjes of met invulboeken aanbieden, werkt niet goed voor bepaalde leerlingen met autisme. Maak liever het totaalplaatje duidelijk en start eens met de samenvatting. En maak instructies zoals vul in, kies uit, bespreek, leg uit … concreet. Hoe kan een leerling weten of hij beter beknopt of uitgebreid antwoordt? Letterlijk taalgebruik zoals ‘loodrecht’ of ‘hier brandt de lamp’ verduidelijk je het best. Natuurlijk, als dat nodig is voor die ene leerling.”
“Veel didactisch materiaal is te druk. Bij rekensommen in een boom leidt die kleurrijke boom af en een boom heeft niets met rekenen te maken. Verwarrend dus. Zorg dus voor een rustige vormgeving. Maar uiteraard, een simpele visualisatie geldt niet voor álle leerlingen met ASS. Misschien werkt een complexe digitale planningstool voor die ene leerling beter dan een eenvoudige dagplanner. Dé tip is dus vooral check bij je leerling of je aanpassing nodig is en of die werkt.”
Doe het niet alleen
“Vaak hebben leraren al van alles uitgeprobeerd en raken ze gefrustreerd dat niets werkt. Weet dat je ook bij een zorgcollega, ouders en het ondersteuningsnetwerk terecht kan. Wij ondersteunen de leerling én de leraar en maken ze allebei sterker. We zoeken naar een aanpak en aanpassingen die een leraar ziet zitten. Het mag er niet te veel bovenop komen. Betrek de leerling ook zeker bij elke aanpassing. Hoe ouder die wordt, hoe gemakkelijker die mee overleg en doelen bepaalt.”
“Maak aanpassingen zo veel mogelijk schoolbreed. Organiseer bijvoorbeeld eens een pedagogische studiedag rond visualiseren: wat is dat, waarom is dat belangrijk, hoe doe je dat voor alle leerlingen. Maak een werkgroep, schakel de zorgcollega’s in om dagschema’s te maken. En voor je het weet heb je materiaal dat je bij elke uitstap in een wip uit de kast of computer haalt. Op korte termijn kan het extra werk lijken, maar op lange termijn win je tijd en energie. Alles wat een team draagt, ontlast de leraar.”
Kobe Vanroy van Autisme Centraal lijst 10 dingen op die je nog niet wist over een autismevriendelijke school.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter