“Elk kwartier dat leerlingen een bacteriecultuur bestuderen, helpt een wetenschapper vooruit”
Elisabeth Vereecken, STEM-leraar in Mater Dei Brasschaat
Zo doen zij het
Op zoek naar een zinvol onderzoeksproject voor je STEM-lessen? Een dat voor leerlingen niet als een ver-van-hun-bedshow aanvoelt? Met burgerwetenschap breng je de academische wereld binnen in jouw klas. 3 STEM-leraren over hun ervaringen.
Elisabeth Vereecken, STEM-leraar in Mater Dei Brasschaat: “Bij burgerwetenschap voeren niet-wetenschappers een deel van het onderzoek uit. Bekende voorbeelden zijn Curieuzeneuzen, Obsidentify en het Grote Vogeltelweekend. Burgers helpen data verzamelen of verwerken. Onze leerlingen betekenen een enorme mankracht die wetenschappers kunnen inzetten voor onderzoek.”
Elisabeth Vereecken, STEM-leraar in Mater Dei Brasschaat
Elisabeth Vereecken: “Leerlingen vragen zich vaak af: wat hebben we aan deze leerstof? Waarom leren we dit? Die vraag kan je makkelijk beantwoorden bij burgerwetenschap. Want elk kwartier dat leerlingen een bacteriecultuur bestuderen, helpt een wetenschapper vooruit bij nieuw onderzoek. In traditionele labo’s op school voer je bijvoorbeeld een proef uit over de wet van Boyle-Mariotte. Interessant, maar die wet staat al vast sinds de 18e eeuw. Dan kan je niet zeggen dat je aan het voorfront van de wetenschap staat.”
Dirk Saeys, STEM-leraar in het Stedelijk Lyceum Waterbaan Deurne: “Je creëert meer betrokkenheid en leerlingen worden nieuwsgierig: ‘Ah, waar zijn wetenschappers nu mee bezig? En hoe zit dat juist?’ Die interactie is belangrijk. Leerlingen zetten zich meer in, want de vraag komt niet van de leraar, maar van een onderzoeker. Dat maakt meer indruk.”
Nathalie Meulemans, leraar biotechniek en wiskunde in Stedelijk Lyceum Waterbaan: “Op burgerwetenschap staat geen leeftijd. Het is zinvol om er vroeg mee te starten. Het kan al in de lagere school, op maat van de leerlingen. En ook buiten de wetenschappelijke vakken kan je zo’n project een plaats geven. Ik hoorde bijvoorbeeld dat de Universiteit Antwerpen een project rond circulaire economie wil ontwikkelen. Er is (nog) geen geld voor dat project, maar het lijkt mij heel interessant.”
Dirk Saeys: “Elk project is verschillend. In het vierde middelbaar doen we mee aan ClimateDetectives, een project rond ruimtevaart van ESA. We focussen daarin niet op het verzamelen van data, maar onderzoeken de oorzaken van klimaatverandering en doen voorstellen voor klimaatinspanningen op lokaal en bovenlokaal niveau. Dat is niet de traditionele weg van burgerwetenschap.”
Elisabeth Vereecken: “Het ‘Knappe Knoppen’-project is ook een goed voorbeeld van burgerwetenschap. We verzamelen data om de invloed van daglengte en temperatuur op het uitkomen van bladknoppen te onderzoeken. De leerlingen kiezen een boom, determineren hem en hangen er sensoren in. Dan knippen ze met een bepaalde regelmaat takken af, die ze labelen en waarvan ze de knoppen evalueren en scoren. Met die data bepalen ze het omslagpunt. En zo begrijpen onderzoekers beter het effect van klimaatopwarming op bomen.”
Nathalie Meulemans: “Leerlingen mogen op hun bek gaan. Voor evolutionair onderzoek naar de kleur van huisjesslakken planden de zesdejaars 3 weken om slakken te zoeken. In mei en april stikte het van de slakken, de voorbereidingen verliepen vlot. Maar toen stopte het met regenen. Ze zochten 2 uur en vonden welgeteld 1 slak. Dat onderzoek is dus jammer genoeg niet gelukt. Toch was ook dat leerrijk: want ook wetenschappelijk onderzoek loopt niet altijd van een leien dakje.”
Elisabeth Vereecken: “Leerlingen vinden falen moeilijk. Ze leren om geen fouten te maken. Vaak wachten ze tot jij bevestigt dat iets correct is. Maar bij burgerwetenschap moeten ze zelf aan de slag, zonder die bevestiging. We maken duidelijk dat het vooral gaat over hoe je problemen oplost en minder over hoe je alles van in het begin perfect kan doen.”
Nathalie Meulemans: “Deelnemen aan burgerwetenschap verrijkt op veel vlakken. Buiten de dataverzameling en -verwerking, maak je leerlingen bewust van wat er rondom hen gebeurt. Ze leren om buiten het klaslokaal te kijken. Zelf ondervinden hoe wetenschappelijk onderzoek gebeurt, laat hen beseffen dat het niet evident is. ‘Amai, dat is wel veel werk’, zuchtte een van mijn leerlingen.”
Elisabeth Vereecken: “Je kweekt een onderzoekende houding: literatuur doornemen, waarnemingen doen, een verslag schrijven en presenteren. Bovendien is zo’n project vaak groepswerk. Dat motiveert: je neemt deel als klas en iedereen draagt zijn steentje bij.”
Dirk Saeys, STEM-leraar in het Stedelijk Lyceum Waterbaan Deurne
Nathalie Meulemans: “De leerlingen krijgen de nodige ondersteuning, maar ik laat hen zelf nadenken tijdens de verschillende stappen van het proces. In het begin zien ze weinig. Maar stilaan treden er kleine veranderingen op: ‘Wow, we zijn hier echt iets aan het ontdekken!’ Het abstracte wordt dan concreet.”
Dirk Saeys: “Tijdens het opzetten verwachten ze er meestal niet veel van. Meestal is er eerst een periode waarin ze instructies volgen. Het wordt pas echt leuk als ze resultaten zien die ze niet verwachten.”
Elisabeth Vereecken: “Soms zwakt de motivatie af. De eerste keer takken knippen is heel gezellig. Maar het enthousiasme van sommige leerlingen daalt als het wat langer loopt. Tijdens zo’n project komen wel individuele interesses en talenten naar boven. Wie minder houdt van dataverzameling, verdiept zich plots tijdens de verwerking van de data. En de leerling die zich 100% heeft ingezet van begin tot einde, studeert nu biologie. Mooi, toch?”
Elisabeth Vereecken: “Ik ben geen fan van eenrichtingsverkeer waarbij ik elke les vooraan in de klas sta en de leerstof doceer. Het is zoveel boeiender wanneer er evenwicht is.”
Dirk Saeys: “Met zo’n project verlaat je de traditionele paden. Het is makkelijk als je weet welke proef je gaat doen, hoe je die moet uitvoeren en welke resultaten die gaat geven. Maar dat is ook saai. Bij burgerwetenschap kunnen de data je verrassen. Natuurlijk moet je hierdoor ook flexibel zijn. En soms loopt het fout: leerlingen doen iets verkeerd of de tuinman trekt het meetsysteem per ongeluk uit de grond. Geen ramp, maar dan moet je schuiven in de planning. Voorzie dus genoeg tijd om eventueel opnieuw te beginnen.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter