‘Vrienden voor het Lezen’ is een campagne van de Vlaamse overheid die initiatieven voor leesbevordering bundelt en leesvaardigheid bevordert.
Zo doen zij het
Zonder woorden geen leesbegrip
Begrijpend lezen in Basisschool De Smiskens? Dat is een mix van woordenschat uitbouwen, veel teksten aanbieden en leesstrategieën toepassen. Taalcoach Danielle en leraar Jill: “Als onze leerlingen geen teksten leren doorgronden op school, rijden ze zich later vast in het leven.”
Danielle Meeus, taalcoach: “Een achttal jaar geleden bevestigden OVSG‑toetsen wat onze voelsprieten al registreerden: de leerlingen hadden het lastig met lezen. En wij beten onze tanden een beetje stuk op de veranderende samenstelling van ons leerlingenpubliek. Steeds meer kinderen groeiden op in kansarmoede.”
“Toen we dieper in de resultaten keken, konden we veel problemen – voor Nederlands, maar ook voor wiskunde – terugbrengen tot onvoldoende woordenschat en een te laag niveau op technisch lezen. Negeren was geen optie. Al beseften we wel dat Rome niet op 1 dag gebouwd is.”
“Ingreep 1: onze organisatie hertekenen. Dat klinkt voor begrijpend lezen misschien als morrelen in de marge, maar is best fundamenteel. We stapten af van onze ‘ieder zijn eigen klas’-aanpak waardoor leraren zich per cluster kunnen ontpoppen tot experten. Jill neemt alle lessen Nederlands in de derde graad voor haar rekening. Wiskunde ligt niet meer op haar bord.”
“Zo krijgen we een miniteam dat zich verdiept in taal, tendensen opmerkt en de lijnen uitgooit. Het aantal uren lezen trokken we op. We bleven de lessen uit onze modules geven, maar vulden die aan met een leescarrousel: elke namiddag 25 minuten leeswerk in een goed boek.”
Geen wazige blikken
Jill, leraar derde graad: “Het technische leesniveau opkrikken deden we de voorbije jaren vanaf het eerste leerjaar met een waslijst aan motiverende methodieken: van letters flitsen tot theaterlezen. Leerlingen monitorden hun AVI-vooruitgang en hielden ervan om limieten te verleggen. Intussen leerden ze in de tweede graad hoe teksten opgebouwd zijn, welke tekstsoorten er zijn.”
“Dat alles blijft een proces, maar het levert wel al op. Toen ik vorig jaar in september de term ‘alinea’ liet vallen, kreeg ik geen wazige blikken. De kenmerken van een brief of gedicht kenden ze ook. Zelfs woordenschat zat een niveautje hoger. Ze zijn klaar voor meer, voelden we.”
Herbekijk de webinar ‘Effectief leesonderwijs: Elke leerling sterk in lezen’
Leescarrousel draait
Leraar Jill: “Onze leescarrousel draait stilaan op volle toeren. We groeperen leerlingen in cirkels van vertrouwen. Wie moeilijk leest of bij elke vlieg zijn aandacht verliest, begeleiden we individueel. Wie kilometers moet maken of al een goede leeshouding heeft, zit wat verder en kan altijd de hulp van een leraar inroepen. Af en toe roep ik ze bij me voor een leesgesprek.”
“Nieuw opstapje sinds vorig jaar: de 10 sterkste lezers buigen zich in 2 leesclubs over hetzelfde boek. De focus ligt daar écht op begrijpend lezen. Vooraf voorspellen we: wat verwacht je, in welke cultuur speelt het verhaal? Achteraf bespreken ze samen het boek. Ik speel voorbeeldvragen door: waarom reageerde het hoofdpersonage zo, wat vind je een knappe zin? Maar ze mogen die vragen ook zelf aanvullen.”
Taalcoach Danielle: “We hopen op een olievlek. Meer lezers in de boekenclub en waarom niet: ook jongere leerlingen. Daarnaast doen kinderen ook aan themalezen voor wereldoriëntatie. Lezen is immers in elk vak belangrijk. Staat het thema ‘oorlog en vrede’ op het programma dan kiezen leerlingen – onder onze begeleiding – opnieuw teksten. Wetenschappelijke boeken, een gedichtenbundel of verhaal: het kan allemaal. Daarna lezen ze individueel en brengen ze hun leesperspectief op het thema mee naar de klas.”
Oude gewoontes
Leraar Jill: “We verrijken voortdurend de woordenschat van onze leerlingen en breken hun wereldbeeld open, cruciaal om teksten te begrijpen. We wachten niet tot moeilijke woorden opduiken in een thema zoals ‘historische verhalen’. Catacomben, tribune of tijdcapsule? Als ze die begrippen pas in een tekst tegenkomen, verdwalen ze.”
“Woorden via directe instructie aanbrengen, is bovendien een prima manier om voorkennis naar boven te hengelen. Leerlingen gebruiken de termen daarna ook buiten de klas. Onze school is momenteel een bouwwerf. ‘Misschien graven de werklui wel een tijdcapsule op?’”
Taalcoach Danielle: “We stellen oude gewoontes in vraag: leraren moeten zeker modelleren hoe ze info in een tekst traceren, maar elke vraag op een toets luidop voorlezen en toelichten? Dat leek vroeger een no–brainer, maar doen we vandaag niet meer. Leerlingen markeren nu de woorden die ze moeilijk vinden – ‘Wat is een wees?’ – en kunnen uitleg vragen voor de toets start.”
Leraar Jill: “Ons doel is om leerlingen zo geletterd mogelijk naar het secundair te sturen met individuele begeleiding voor wie achterstand heeft en leesclubs voor wie voorsprong heeft. En om iedereen mee te geven hoe belangrijk leesbegrip is. Dat vertellen we ook aan ouders. Als we dan horen dat een mama haar dochter tijdens de zomer verschillende keren meenam naar de bib en we haar leesprogressie zien, voelt dat als een kleine overwinning.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter