Verhaal
Van een gesloten instelling naar een open toekomst
‘Hoe kan ik leerlingen in een gesloten instelling motiveren?’ Die vraag hield leraar Samir bezig. Zijn antwoord is tweeledig: een warme band opbouwen en lessen lassen op topniveau aanbieden. Daar horen vanaf nu certificaten bij.
Samir Asghir, leraar in een gesloten instellling: Stak jij vroeger domme dingen uit, meneer?’ vragen mijn leerlingen soms. Dan vertel ik over kattenkwaad tussen de draaibanken op school. De rode koelvloeistof die ik uit een tube kneep en over mijn handen liet stromen. Bloed!”
“En ze weten dat ik opgroeide in een ruige rand van Gent, waar af en toe leeftijdsgenoten naar een gesloten instelling vlogen. Dat ik mijn tijd verdeelde tussen achter de stoere gasten en achter een voetbal aanhollen. Die laatste won het duel: geen tijd om rond te hangen door de trainingen. Foute vrienden namen zelf afstand.”
“Mijn leerlingen luisteren terwijl ze hun materiaal verzamelen en naar hun lascabine stappen. Mijn vaklokaal ligt in de gesloten instelling van Ruiselede, mijn leerlingen zijn daar geplaatst door een jeugdrechter.”
Verouderde machines
Samir Asghir: “Hoe ik als leraar in de gesloten instelling terechtkwam? Lang verhaal. Ik draaide 12 jaar mee op werven als lasser. Tot ik na een werkdag een auto-ongeluk had. Het verdict: een ernstige whiplash maakt lange uren lassen onmogelijk.”
“‘Kies voor het onderwijs,’ raadden mijn collega’s me aan. ‘Je werkt graag met jonge mensen, je legt het goed uit, je houdt van het vak.’ Nog vóór ik mijn lerarenopleiding afrondde, hing een directeur aan de lijn. Of ik in haar school in de gemeenschapsinstelling van Ruiselede wilde passeren?”
Daar trof ik niet het atelier waar ik mezelf als leraar in eerste instantie zag. Wel een lokaal met versleten, troosteloze machines. Maar ook: een bevlogen directeur en kwetsbare jongeren in wie ik stukjes van mezelf herkende. Het wordt niet makkelijk de eerste jaren, wist ik. Soms zal het botsen, zal een olifantenvel nodig zijn.”
“Maar dat je hier als leraar ontzettend veel kan betekenen, trok me snel over de streep. Van die keuze heb ik geen seconde spijt. Mooie jobaanbiedingen uit het gewone onderwijs – zoals mijn eigen secundaire school – liet ik links liggen.”
Kaartje in mijn hand
Samir Asghir: “In het secundair reed ik als leerling een hobbelige rit naar een roemloze exit. Het studieadvies in de basisschool knakte mijn zelfvertrouwen, speelse streken brachten me op een slecht blaadje bij leraren. Maar in het zesde kantelde alles. Een paar leraren schudden me wakker en praatten op me in: ‘We geloven in jou. Jij kan een prima lasser worden.’”
“Toen pas begreep ik wat school voor mijn toekomst kon betekenen. Ik stopte met aanmodderen en ging helemaal voor dat diploma. Zelfs de directeur zag mijn metamorfose. Op de proclamatie stak hij een kaartje in mijn handen: ‘Je verdient een prijs voor die 2 laatste jaren, Samir. Maar hoe verkoop ik dat aan de leraren in de eerste en tweede graad die je alleen als speelvogel kennen?”
“Wat die leraren uit de derde graad toen voor mij deden, dat wil ik vandaag voor mijn leerlingen doen. Nergens zitten er zoveel barsten in het zelfbeeld en de motivatie van jongeren als in een gesloten instelling. Ze hebben het gevoel dat de hele wereld tegen hen is. Rechters, leraren en zelfs familie: iedereen kijkt met een vergrootglas en vraagt zich luidop af of dat nog goed komt. ‘Waarom nog leren als niemand toekomst in me ziet,’ vragen ze.”
Geen bezigheidstherapie
Samir Asghir: “Er bestaat geen handleiding om ze te motiveren. Mijn eigen antwoord bestaat uit 2 delen. Het allereerste wat ik doe als een nieuwe leerling in de instelling verschijnt, is luisteren. Ook vóór mijn les vraag ik hoe het gaat: ze zijn geen robotten die een zwaar weekend zomaar van zich afschudden. Waarom ze hier zitten, dat vraag ik niet. Ik kam geen strafdossiers of schoolverslagen vol snel uitgereikte stempels uit.”
“‘Als je mijn klas binnenstapt, kijken we vooruit,’ beloof ik. Zonder naïef te zijn: uit het moeras kruipen, vraagt structuur, tijd en boterhammen. Opvoeders en psychologen doen daar wonderen: ze werken met de jongeren aan schuldbesef, veerkracht en waarden.”
“Terwijl ik een band opbouw, maak ik ook mijn vak belangrijk. Geen opvang of bezigheidstherapie in mijn lokaal, maar écht kennis overbrengen. Daar ben ik streng in, een beetje tegendraads zelfs. Te lang kregen jongeren in een gesloten instelling gewoon wat opdrachtjes.”
“Een stiel leren was een extraatje in de korte tijd dat ze hier schoolliepen. Dat zag je aan de aftandse apparaten en aan het gemak waarmee we met klassen schoven. Is de enige leraar kantoor ziek? Dan kan de klas toch naar lassen of mechanica? Maar dat boeit die leerlingen helemaal niet.”
Deelcertificaten
Samir Asghir: “In het beste geval gaan leerlingen voor ze geplaatst worden naar school en speelt hun leraar taken door zodat hun achterstand niet oploopt. In het slechtste geval zijn leerlingen al maanden weg van school en stel ik een programma op maat samen. Terugkeren naar het gewone onderwijs is het doel. Maar soms is de school een leerling liever kwijt dan rijk en blijf onze uitgestoken hand onbeantwoord.”
“Onderwijs warmhouden? Ik wil mijn leerlingen meer bieden. ‘Wat kon Samir als tiener tot leren motiveren,’ vroeg ik me af. Het antwoord is simpel: certificaten. Maar omdat we onder thuisonderwijs vallen, kunnen we die niet uitreiken.”
“Op een netwerkdag van onze sector trok ik mijn stoute schoenen aan. ‘Kunnen we geen systeem van deelcertificaten voor jongeren uit gesloten instellingen uitdenken?’, vroeg ik aan de directeur van het Vervolmakingscentrum voor lassers (VCL). Kort daarna kwam het antwoord: ‘We bieden je leerlingen een stageweek aan in 1 van onze leercentra. Na een intensieve 4-daagse opleiding kunnen ze op vrijdag een internationaal erkend lascerticaat behalen.’”
Stikkapot
Samir Asghir: “‘Waar begin je aan,’ vroegen mijn collega’s. ‘Naar buiten met onze jongeren? Als er gevochten wordt, sta je er helemaal alleen voor.’ Maar vertrouwen doet veel. ‘Ik steek mijn nek voor jullie uit,’ sprak ik mijn lassers aan, ‘maar we zijn prima voorbereid en de wereld smeekt om handige, gekwalificeerde vakmensen. Samen lukt het ons.’”
“Keurig om 6 u. stonden mijn leerlingen op om te ontbijten. Op hun attitude – even onmisbaar als vakkennis voor lassers – viel niets aan te merken. Werken in zo’n hypermodern lokaal deed hen deugd. Ze legden zichzelf hoge verwachtingen op en wilden niet falen. Op vrijdag haalden we een hele hoop certificaten binnen. Stikkapot waren ze, maar zo blij!”
“De proclamatie die we daarna in de instelling improviseerden, vergeet ik nooit. Advocaten maakten tijd, ouders pinkten tranen weg: eindelijk een positief verhaal. En stoere zonen die smelten als ze hun trotse ouders zien. Plots krijgt hun wazige toekomst duidelijke lijnen.”
Het goede spoor
Samir Asghir: “De deelcertificaten zetten veel in gang. De directie van De Zande investeerde in het oude lasatelier en vulde het met ultramoderne machines. Leerlingen maken mond-tot-mondreclame: ‘Ga naar lassen, je kan er attesten behalen.’ Collega’s van andere vakken staan te popelen om mee op de trein van certificaten te springen en vragen advies. En ik vind steeds makkelijker stageplekken bij interessante bedrijven.”
“Ook de scholen waarderen onze inspanningen. Soms schrikt een leraar van de progressie die zijn leerling maakte. ‘Haalde hij écht het internationale lasdiploma? Niet te geloven.’ Dat is een mooie bevestiging. Als we nu nog van thuisonderwijs naar gewoon onderwijs kunnen verhuizen, zitten we helemaal op het goede spoor. Dan kan iedere leerling in onze instelling studeren met een duidelijk doel: deelcertificaten behalen.”
High five
Samir Asghir: “De mooiste complimenten komen natuurlijk van de gasten zelf. Een simpele high five of warme knuffel als ze hier vertrekken. Of een ex-leerling die op mijn werktelefoon belt om zijn succes te delen: ‘Ik heb een job, dankzij jouw lessen.’ En een andere ex-leerling die zijn vrienden naar Haartooi volgde terwijl er een bekwame lasser in hem schuilt. Echt zonde. ‘Maar na 1 lesuur vroeg ik bij het secretariaat mijn overstap naar lassen aan,’ mailt hij.”
“Wat al die gasten delen: ze gaan van een gesloten instelling naar een open toekomst. Omdat ze een vak vonden waarin ze steeds beter willen worden. Zo verklein je als leraar mee de kans op recidive. Zijn het dan allemaal succesverhalen? Natuurlijk niet. Soms boekt een leerling helaas een retourticketje naar onze gesloten instelling. Dan span ik de vijs nog iets harder aan, maar nooit nooit nooit verlies ik mijn geloof in hem.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter