‘Vrienden voor het Lezen’ is een campagne van de Vlaamse overheid die initiatieven voor leesbevordering bundelt en leesvaardigheid bevordert.
Lees meer.
Tips
Zo maak je van interactief voorlezen een succes: 8 tips
“Voorlezen is meer dan expressief een tekst brengen en intussen de prenten aan je klas tonen. Als je voorleesmomenten interactief maakt, werk je meteen aan woordenschat, lezen, taal en persoonlijke ontwikkeling.” Met deze 8 tips van leesexperten Jona Hebbrecht en Iris Vansteelandt maak jij van interactief voorlezen een succes.
Iris Vansteelandt (Iedereen Leest, AP Hogeschool, Onderzoeksgroep Taal, Leren, Innoveren, UGent): “Als voorlezen steeds eenrichtingsverkeer blijft, laten we een pak leerkansen liggen. Interactief voorlezen is niet alleen erg fijn: het is ook bijzonder effectief om de algemene taalontwikkeling van kinderen te bevorderen én hun woordenschat en kennis van de wereld te vergroten. Bouw je een interactief voorleesmoment goed op – met aandacht voor voorbereiding en naverwerking – en ga je samen met je klas dieper in op een tekst, dan modelleer je meteen ook hoe begrijpend lezen werkt.”
Jona Hebbrecht (Iedereen Leest, Odisee): “Dat betekent dat we teksten veel bewuster en diepgaander lezen. Vooraf rijke teksten kiezen en zelf uitspitten, tijdens het voorlezen een goed evenwicht vinden tussen de flow van de tekst en interactie met je leerlingen. En nadien actief aan de slag gaan met nieuwe woordenschat of het thema van de tekst en gepast differentiëren. Meer doen met hetzelfde verhaal dus.”
Tip 1. Verken samen het boek
Wie is de auteur? Wat staat er op de kaft? Wil jij me helpen de flap open te doen? Doe jij maar de ene kant, en ik de andere. Wat gebeurt er nu?
Afhankelijk van de leeftijd en leeservaring van je kinderen, leg je uit hoe je met een boek omgaat. Van hoe je een boek vastneemt en leest tot uitzoeken wie de auteur en de illustrator zijn.
Tip 2. Stel open vragen
Wat doet de kat daar, denk je? Waarom ligt ze op de grond?
Met open vragen daag je kinderen uit om actief na te denken over wat ze zien en horen. In tegenstelling tot gesloten vragen, die vaak enkel ‘juist’ of ‘fout’ als antwoord uitlokken. De onderzoekende blik die je met open vragen stimuleert, leren afleiden wat er tussen de regels staat en meedenken met de auteur: een cruciale voorbereiding op begrijpend lezen.
Tip 3. Zet ze op weg met extra vragen en tips
Wie is de schilder? Kan je me vertellen wat de kat vast heeft?
Als je niet meteen een antwoord op je vraag krijgt, is die vraag niet noodzakelijk te moeilijk. Met gerichte tips komen kinderen vaak wel verder. Of helpen ze elkaar om een waardevol antwoord te bedenken.
Tip 4. Kijk samen aandachtig naar de illustraties
Zien jullie waar de kat naar kijkt? Waarom zou de tekenaar de pootjes van de kat zo getekend hebben?
Speel in op eigen inbreng en spontane reacties van de kinderen wanneer je samen naar de illustraties kijkt. Of benoem wat jij ziet en ga erover in gesprek. Soms zit in illustraties heel wat betekenis verstopt en hebben kinderen extra uitleg nodig. Je kan natuurlijk ook de verhaallijn of nieuwe woordenschat of kennis van de wereld koppelen aan wat er te zien is op de prenten.
Tip 5. Ga dieper in op de inhoud
Waarom blaast de kat? Is ze misschien boos? Hoe weet je of een kat boos is?
Wil je stilstaan bij de onderliggende boodschap van de tekst? Of meer vertellen over een thema dat aan bod komt? Afhankelijk van het doel dat jij met dit verhaal wil bereiken, geef je meer info bij gebeurtenissen in de tekst die om uitleg vragen.
Tip 6. Sta stil bij nieuwe woorden
De kat spint. Wanneer spinnen katten? Kan jij ook spinnen zoals een kat?
Bevat de tekst woorden die de kinderen nog niet kennen? Ga die hindernis niet uit de weg: een interactief voorleesmoment is ideaal om nieuwe woordenschat aan te brengen. Ook bij kinderen die erg jong zijn of een andere thuistaal hebben. Ze leren een woord of uitdrukking meteen in een toegepaste context kennen, misschien met een afbeelding erbij. Later kan je hen dat woord zelf laten gebruiken en feedback geven op hoe ze dat doen.
Tip 7. Geef positieve feedback
Super dat je de muizen gevonden hebt! Zouden de muizen de taart bewaken? Daar had ik zelf nog niet aan gedacht. Wat een goed idee!
Hoe vaker je kinderen aanmoedigt als ze zelf reageren of input geven tijdens het voorleesmoment, hoe meer je hen de juiste houding bijbrengt om actief deel te nemen.
Tip 8. Link naar hun leefwereld
Wie heeft thuis ook een kat? Vind je een kat een fijn dier? Waarom? Wie heeft een ander huisdier?
Als kinderen elementen in de tekst herkennen, kunnen ze zich sneller inleven. Dat motiveert hen nog meer om zelf iets te vertellen. Vertrek vanuit hun leefwereld en grijp de kans om die open te trekken. Wat herkennen ze, wat is anders? Ook motiverend: iets kleins over je eigen leefwereld vertellen.
Jona Hebbrecht: “Een gezellig voorleesmoment, gewoon samen genieten van een boek: mag dat dan niet meer? Natuurlijk wel. Neem zeker de tijd om de liefde voor boeken aan te wakkeren, maar benut ook de kansen van interactief voorlezen. Want zo maak je een groot verschil voor de taalontwikkeling en het leesbegrip van kinderen én geef je ze een stevige basis om uit te groeien tot sterke lezers.”
Dit artikel is een herwerking van “Interactief voorlezen doe je zo”, eerder verschenen in Fons. Silke Vanparys, Iris Vansteelandt, Jona Hebbrecht en Hilde Van Keer werken samen aan een professionaliseringstraject over interactief voorlezen waarvan het rapport nu beschikbaar is. Een initiatief van Iedereen Leest in samenwerking met Universiteit Gent en met steun van het Leesoffensief.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter